In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 januari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de commanditaire vennootschap Voogd & Voogd Verzekeringen C.V. en een gedaagde die betrokken was bij een motorongeluk. De gedaagde had op 21 augustus 2012 een (WA-)motorverzekering afgesloten bij Delta Lloyd via Voogd & Voogd. Bij de aanvraag van de verzekering had de gedaagde onterecht aangegeven dat hij in het bezit was van een geldig Nederlands rijbewijs. Op 30 april 2013 veroorzaakte de gedaagde een eenzijdig ongeluk waarbij een passagier zwaar letsel opliep. Voogd & Voogd vergoedde de schade aan de passagier en vorderde vervolgens regres van de gedaagde, omdat deze geen geldig motorrijbewijs had en dus geen dekking onder de verzekering kon claimen. De rechtbank oordeelde dat de verzekering geen dekking bood, omdat de gedaagde niet voldeed aan de vereisten van de polisvoorwaarden. De rechtbank verklaarde de gedaagde aansprakelijk voor de schade en veroordeelde hem tot betaling van een bedrag aan Voogd & Voogd, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank wees ook de vordering van de gedaagde af en stelde vast dat hij in de proceskosten moest worden veroordeeld.