ECLI:NL:RBROT:2016:6798
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ingangsdatum van een Wlz-indicatie en de mogelijkheid van dagbesteding
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 september 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het CIZ over de ingangsdatum van een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiseres had een indicatie voor Zorgzwaartepakket VV 05 PG, met als ingangsdatum 29 juni 2015. Na bezwaar werd deze datum gewijzigd naar 18 mei 2015. Eiseres stelde dat de ingangsdatum moest worden aangepast naar 16 maart 2015, omdat zij vanaf die datum 24-uurszorg ontving. De rechtbank oordeelde dat de ingangsdatum van een indicatie in beginsel niet vóór de aanvraagdatum kan liggen, tenzij aan specifieke voorwaarden is voldaan. De rechtbank concludeerde dat deze voorwaarden in dit geval niet van toepassing waren, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. Daarnaast werd het verzoek om dagbesteding aan de indicatie toe te voegen afgewezen, omdat de Wlz geen mogelijkheid biedt voor apart indiceren van dagbesteding. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.