In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2016, heeft de besloten vennootschap Automobielbedrijf “Dorzo” B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die onder de handelsnaam opereert. Dorzo vorderde schadevergoeding wegens wanprestatie, omdat de gedaagde partij volgens Dorzo onvoldoende surveillance had uitgevoerd op het industrieterrein Hoogstad te Vlaardingen, waar in de nacht van 9 op 10 juli 2014 een inbraak heeft plaatsgevonden. Dorzo stelde dat de gedaagde partij tekort was geschoten in de nakoming van hun contractuele verplichtingen, wat resulteerde in schade van € 19.319,65, inclusief buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er inderdaad een tekortkoming was in de surveillance, maar dat Dorzo niet voldoende bewijs heeft geleverd voor het causale verband tussen deze tekortkoming en de geleden schade. De rechter heeft de omkeringsregel, die in bepaalde gevallen kan worden toegepast om de bewijslast te verleggen, niet van toepassing geacht. Dit omdat de tekortkoming niet voldeed aan de vereisten voor een normschending die specifiek gericht is op het voorkomen van schade. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Dorzo niet heeft aangetoond dat de schade niet zou zijn ontstaan als er voldoende surveillances waren uitgevoerd.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Dorzo afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij. De uitspraak benadrukt het belang van het leveren van bewijs voor het causale verband in wanprestatiezaken, vooral wanneer de omkeringsregel niet van toepassing is.