Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting Woonstad Rotterdam,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 september 2016 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonstad Rotterdam en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De zaak betreft de ontruiming van een huurwoning na een burgemeesterssluiting op basis van de Opiumwet. De huurder, die sinds 2009 de woning huurt, werd geconfronteerd met een sluiting van zijn woning door de burgemeester van Rotterdam vanwege de aanwezigheid van verdovende middelen en een stroomstootwapen in de woning. Woonstad heeft de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden en vordert ontruiming van de woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Woonstad een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, omdat de woning na opheffing van de sluiting ter beschikking kan worden gesteld aan andere huurders en om een signaal af te geven aan andere huurders in de buurt. De rechter oordeelt dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en dat de ontbinding van de huurovereenkomst door Woonstad gerechtvaardigd is. De vordering van Woonstad wordt toegewezen, en [gedaagde] wordt veroordeeld om de woning binnen een week na de beëindiging van de burgemeesterssluiting te ontruimen. Tevens wordt [gedaagde] veroordeeld in de kosten van de procedure.