ECLI:NL:RBROT:2016:7435

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 september 2016
Publicatiedatum
29 september 2016
Zaaknummer
C/10/506643 / HA ZA 16-735
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in faillissementszaak met internationale aspecten en forumkeuze

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een bevoegdheidsincident in het kader van een faillissement. De eiser, VBI Filippo B.V., heeft de Deense curator van de failliete vennootschap SOGO Team ApS aangeklaagd. Filippo stelt dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is op basis van een forumkeuze in haar algemene voorwaarden. De curator betwist deze bevoegdheid en stelt dat de Deense rechter bevoegd is op grond van de Herschikte EEX-Vo, specifiek artikel 7 lid 2, dat betrekking heeft op onrechtmatige daden.

De rechtbank overweegt dat de hoofdregel van de Herschikte EEX-Vo bepaalt dat de rechter van de woonplaats van de verweerder bevoegd is. Aangezien de curator in Denemarken is gevestigd, is in beginsel de Deense rechter bevoegd. Filippo beroept zich op een forumkeuze, maar de rechtbank oordeelt dat de curator niet aan deze forumkeuze is gebonden, omdat de vordering van Filippo niet voortvloeit uit een overeenkomst, maar uit een onrechtmatige daad. De rechtbank concludeert dat de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan, Denemarken is, en dat er geen nauwe band met de Nederlandse rechter bestaat.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank zich onbevoegd om van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen en veroordeelt Filippo in de proceskosten van de Deense curator. Dit vonnis is uitgesproken op 14 september 2016.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/506643 / HA ZA 16-735
Vonnis in incident van 14 september 2016(bij vervroeging)
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VBI FILIPPO B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. J.R.L. van Gasteren te Leusden,
tegen
[De Deense curator]in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de vennootschap naar Deens recht SOGO Team ApS,
gevestigd en kantoorhoudende te Odense (Denemarken),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
advocaat mr. L. Heide-Jørgensen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Filippo en de Deense curator genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 26 april 2016 met producties
  • de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid
  • de antwoordconclusie in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Filippo stelt in de dagvaarding dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is op grond van artikel 22
(“Competent Judge”)van haar algemene voorwaarden. Dit artikel luidt als volgt:
“All disputes between VBI FILIPPO B.V. and other parties shall only be submitted to the competent court in the local district of VBI FILIPPO B.V. unless VBI FILIPPO B.V. as a plaintiff chooses the jurisdiction locally, or that of the defendant.”
De Deense curator is volgens Filippo, onder verwijzing naar (de toelichting op) artikel 37 van de Faillissementswet, aan deze forumkeuze gehouden, ongeacht of de vordering is gestoeld op onrechtmatige daad of wanprestatie. Filippo voert daartoe aan dat de Deense curator in de rechten en plichten van SOGO Team ApS (hierna: SOGO) is getreden en de faillietverklaring in beginsel geen gevolgen heeft voor de bestaande wederkerige overeenkomsten.
2.2.
De Deense curator vordert in dit incident dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. De Deense curator betwist dat hij gehouden is aan de forumkeuze van SOGO en Filippo en betwist dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is. Volgens de Deense curator is de Deense rechter bevoegd op grond van artikel 7 lid 2 van de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechtelijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: de Herschikte EEX-Vo).
2.3.
De rechtbank overweegt als volgt.
Filippo heeft de Deense curator in rechte betrokken bij dagvaarding van 26 april 2016. Op rechtsvorderingen die worden ingesteld op of na 10 januari 2015 is de Herschikte EEX-Vo van toepassing.
2.4.
Hoofdregel van de Herschikte EEX-Vo is dat bevoegdheid toekomt aan gerechten van de lidstaat waar de verweerder woonplaats heeft (artikel 4). De Deense curator is gevestigd in Denemarken, zodat in beginsel de Deense rechter bevoegd is.
2.5.
Op de hoofdregel wordt een aantal uitzonderingen gemaakt, zoals die in artikel 25 van de Herschikte EEX-Vo. Dit artikel bepaalt, voor zover hier van belang, dat indien partijen, ongeacht hun woonplaats, schriftelijk een gerecht van een lidstaat hebben aangewezen voor de kennisneming van hun geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zullen ontstaan, dat gerecht bevoegd is.
Filippo doet in dit kader een beroep op het in artikel 22 van haar algemene voorwaarden opgenomen forumkeuze beding. De Deense curator is echter niet aan dit forumkeuzebeding gebonden. Artikel 37 FW waar Filippo in dit verband naar verwijst, is van toepassing op wederkerige overeenkomsten die tussen de schuldenaar (SOGO) en de wederpartij (Filippo) vóór de faillietverklaring zijn aangegaan én door geen van partijen geheel zijn nagekomen. De rechtsbetrekking tussen Filippo en de Deense curator is een andere. De vordering van Filippo ziet niet op nakoming van de overeenkomst tussen SOGO en Filippo, maar op een onrechtmatige daad van de Deense curator wegens het doorverkopen van de goederen, die door Filippo onder eigendomsvoorbehoud aan SOGO zijn geleverd.
2.6.
Artikel 7 lid 2 Herschikte EEX-Vo ziet op vorderingen die zijn gestoeld op een onrechtmatige daad. Ingevolge artikel 7 lid 2 Herschikte EEX-Vo kan een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat, ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad ook worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen. Deze bevoegdheidsregel berust op het bestaan van een bijzonder nauw verband tussen de vordering en de rechter van de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen, op grond waarvan het om redenen verband houden met een goede rechtsbedeling en nuttige procesinrichting gerechtvaardigd is dat deze rechter bevoegd is. De rechter van de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen, is immers normaliter het best in staat om uitspraak te doen, met name omdat de afstand tot het schadetoebrengende feit en de schade geringer is en de bewijsvoering gemakkelijker.
2.7.
Voor een vordering als de onderhavige die ertoe strekt de curator in het faillissement van een Deense vennootschap aansprakelijk te stellen voor schade in het kader van de afwikkeling van dat faillissement, moet - gelet op hetgeen onder 2.6. is overwogen - als de plaats waar het schadetoebrengende feit zich heeft voorgedaan worden aangemerkt de plaats waarmee de door die curator verrichte werkzaamheden verband houden. Nu het doorverkopen van de goederen heeft plaatsgevonden in Denemarken, is de Deense rechter bevoegd. De nauwe band met de Nederlandse rechter ontbreekt.
2.8.
Het voorgaande brengt mee dat de incidentele vordering zal worden toegewezen, als na te noemen.
2.9.
Filippo zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Deense curator worden begroot op € 885,00 aan griffierecht en € 452,00 aan salaris advocaat.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
3.2.
veroordeelt Filippo in de proceskosten, aan de zijde van de Deense curator tot op heden begroot op € 1.337,00, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na de datum van dit vonnis,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2016.
615/1729