Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 februari 2015, met tien producties;
- het vonnis van 23 december 2015 in het door Seatrade c.s. gestarte bevoegdheidsincident alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken in dat incident;
- de conclusie van antwoord, met 27 producties;
- het tussenvonnis (de brief) van 13 april 2016 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- de zittingsagenda van 3 juni 2016;
- het B8-formulier met vijf producties van M&F c.s.;
- het stuk getiteld ‘notitie juridische standpunten comparitie van partijen’ van M&F c.s.;
- de nadere akte van Seatrade c.s.;
- de akte producties van Seatrade c.s.;
- productie 31 van Seatrade c.s.;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 juni 2016;
- het faxbericht van de advocaat van Seatrade c.s. van 4 juli 2016 betreffende genoemd proces-verbaal;
- het faxbericht van de advocaat van M&F c.s. van 14 juli 2016 betreffende genoemd proces-verbaal.
2.De vaststaande feiten
de rechtbank gaat ervan uit dat deze prijs in het overgelegde exemplaar van het contract is weggelakt;Rechtbank]. Artikel 11 van het contract luidt als volgt:
11. Bills of Lading
18. Notices
deck) A van ruim (
hold) 2, 6.624 dozen (138 pallets) op de direct hieronder gelegen verdieping B van ruim 2 en 5.664 dozen (118 pallets) op de direct hieronder gelegen verdieping C van ruim 2.
3.Het geschil
- bij aankomst van de “Summer Wind” in Hamburg op 31 januari 2014 is vastgesteld dat een deel van de met dit schip vervoerde zending bananen, namelijk 4.466 dozen, was beschadigd (bederf) als gevolg van onvoldoende koeling en ventilatie, althans door oorzaken gelegen aan boord van het schip tijdens het zeevervoer;
- de schade beliep € 49.903,08; AFC heeft verder kosten moeten maken ter beperking van de schade ad € 20.117,23; de expertisekosten bedroegen € 1.249,50, zodat de ladingvordering in totaal € 71.269,81 beloopt;
- Seatrade is als vervoerder tegenover AFC aansprakelijk voor de genoemde schade en kosten;
- niettemin wordt de ladingvordering mede tegen WSC ingesteld, voor zover het ervoor moet worden gehouden dat WSC hoofdelijk met Seatrade dan wel afzonderlijk als passief gelegitimeerde ten aanzien van deze vordering moet worden aangemerkt;
4.De beoordeling
Inleiding
Assekuradeur) van de verzekeraar van AFC en dat aan AFC pas is uitbetaald onder haar verzekeringspolis nadat haar vordering op 7 mei 2014 was gecedeerd aan M&F. Wat dat laatste betreft,
in zoverrebeschikte AFC op het moment van de cessie, op 7 mei 2014, dus nog over een vordering die zij kon cederen.
Abtretungsvertrag. Met het tot stand komen van die overeenkomst neemt de cessionaris het crediteurschap van de cedent over. Mededeling aan of medewerking van de schuldenaar is derhalve niet vereist. Zie § 398 BGB (
Bürgerliches Gesetzbuch):
(The contract evidenced hereby is between the Merchant and the owner of the Vessel named herein ..)kan geconcludeerd worden dat tussen [shipper] en Seatrade op de voet van artikel 6:253 BW is afgesproken dat een derde, namelijk de ‘consignee’, rechten kan ontlenen aan die overeenkomst.
If [...] other) gaat in het onderhavige geval niet op. Aangezien WSC eigenaar is van de “Summer Wind”, is alleen zij derhalve als vervoerder aansprakelijk, niet (tevens) Seatrade. Hieraan doet niet af dat de sea waybill is ondertekend en/of gestempeld door een vertegenwoordiger van Seatrade.
betreffende ‘DECK GOODS AND LIVE STOCK’; Rechtbank] and to par (3) [
betreffende ‘Combined Transport’; Rechtbank] of this article below, this Sea Waybill in sofar as it relates to Sea Carriage shall have effect subject to the Hague Rules or any legislation making such Rules or the Hague-Visby Rules compulsorily applicable (such as COGSA or COGWA) to this Sea Waybill and the provisions of the Hague Rules or applicable legislation shall be deemed incorporated herein. (…) Where the Hamburg Rules apply, same shall be deemed incorporated herein, but only to the extent that the said Rules apply compulsorily.”
Subject to article 12” en eindigt met “
to the Hague Rules”, is hier sprake van een rechtskeuze voor de Hague Rules waaraan geen nadere voorwaarde is verbonden, dit in tegenstelling tot het alternatieve tweede gedeelte van deze clausule, dat begint met “
or any legislation” en eindigt met “
this Sea Waybill”. Deze nadere voorwaarde van het tweede gedeelte van deze clausule houdt in dat in het land van de aangezochte rechter wetgeving geldt die de HVR dwingendrechtelijk toepasselijk maakt. Aangezien aan deze nadere voorwaarde niet is voldaan, is in de onderhavige zaak uitsluitend voornoemd eerste gedeelte van deze ‘paramount clause’ van toepassing.
- het is aan M&F c.s. om duidelijk te maken dat deze maatregelen waren genomen ten tijde van de terbeschikkingstelling van de bananen aan WSC in de laadhaven; M&F c.s. hebben echter nagelaten deze informatie te verschaffen, ondanks dat daar verscheidene malen om is gevraagd door/zijdens Seatrade c.s.; daarom moet het ervoor worden gehouden dat de bananen niet vervoersgeschikt waren;
- het feit dat bananen groen, vers en schoon zijn, toont niet aan dat ze geschikt zijn voor zeevervoer van Ecuador naar Europa; hiervoor moet namelijk de leeftijd (
- het feit dat de bananen meerdere dagen bloot werden gesteld aan hoge buitentemperaturen en daardoor erg warm waren, zoals blijkt uit bovengenoemd, door M&F c.s. in het geding gebracht Inspectierapport Cotecna, inclusief bijlagen, toont eveneens aan dat de bananen niet geschikt waren voor de lange reis naar Europa
- op pagina 7 van het door Seatrade c.s. als productie 17 in het geding gebrachte expertiserapport van het bureau Capt. Klaus Förster van 14 april 2014 (hierna: het Expertiserapport Förster) concludeert de expert dat de kwaliteit van de bananen die aan boord van de “Summer Wind” werden geladen verschillend moet zijn geweest (“Based on our findings, we are of the opinion that a different inherent quality of the bananas during packing and prior to loading was given”) [
Calidad), uiterlijk, ziektes en bederf (
Mal estado) en dat deze controles niets negatiefs aan het licht hebben gebracht. De inspecteurs hebben geconstateerd dat de bananen ‘
groen, vers en schoon’ waren. Voor zover de inspecteurs iets afwijkends (in negatieve zin) aan de bananen hadden geconstateerd, mag worden aangenomen dat zij dergelijke afwijkingen hadden geregistreerd in (de van) dit rapport (deel uitmakende tabellen), hetgeen niet het geval is geweest.
5.De beslissing
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 010 2972518- de namens hen te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
december 2016 tot en met februari 2017moeten opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling roladministratie, kamer E12.55, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088 3610554- en aan de wederpartij moeten opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088 3610555- en de wederpartij moeten toesturen;