Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding d.d. 2 maart 2015 en de door Trans Ocean overgelegde producties;
- het verstekvonnis van de rechtbank Rotterdam van 8 juli 2015;
- de verzetdagvaarding d.d. 27 augustus 2015, met productie;
- de brief van 4 november 2015, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 2 februari 2016, waaraan is gehecht het ter comparitie door Trans Ocean overgelegde overzicht en de ter comparitie door Trans Ocean overgelegde producties (11 t/m 17);
- de akte houdende aanvulling grondslag eis, zijdens Trans Ocean;
- de antwoordakte, met productie, zijdens [gedaagde, eiser in verzet] ;
- de antwoordakte, zijdens Trans Ocean.
2.De feiten
4.De beoordeling
Voor de onder (i) bedoelde gevallen is in de rechtspraak de maatstaf aanvaard dat persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder van de vennootschap kan worden aangenomen wanneer deze bij het namens de vennootschap aangaan van verbintenissen wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat de vennootschap niet haar verplichtingen zou kunnen voldoen en geen verhaal zou bieden, behoudens door de bestuurder aan te voeren omstandigheden op grond waarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat hem ter zake van de benadeling geen persoonlijk verwijt gemaakt kan worden. In de onder (ii) bedoelde gevallen kan de betrokken bestuurder voor schade van de schuldeiser aansprakelijk worden gehouden indien zijn handelen of nalaten als bestuurder ten opzichte van de schuldeiser in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig is dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Van een dergelijk ernstig verwijt zal in ieder geval sprake kunnen zijn als komt vast te staan dat de bestuurder wist of redelijkerwijze had behoren te begrijpen dat de door hem bewerkstelligde of toegelaten handelwijze van de vennootschap tot gevolg zou hebben dat deze haar verplichtingen niet zou nakomen en ook geen verhaal zou bieden voor de als gevolg daarvan optredende schade. Er kunnen zich echter ook andere omstandigheden voordoen op grond waarvan een ernstig persoonlijk verwijt kan worden aangenomen.
868,50(1,5 punten* × tarief € 579,00)