3.1.SOR vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor zover de wet dat toelaat:
1.
primair: [gedaagde] te verbieden om zich gedurende een termijn van twee jaar, dan wel gedurende een door U.E.A. vast te stellen termijn, te rekenen vanaf betekening van het te dezen te wijzen vonnis, in of om de gebouwen van het wooncomplex de Varenhof te begeven, deze te betreden, dan wel zich aldaar op te houden, een en ander zoals met geel aangegeven op de als productie 26 overgelegde plattegrond, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per keer dat [gedaagde] dit verbod niet naleeft, met een maximum te stellen op € 30.000,00;
subsidiair: voor het geval het onder 1. primair gevorderde niet toewijsbaar wordt geacht, [gedaagde] te verbieden om zich gedurende een termijn van twee jaar, dan wel gedurende een door U.E.A. vast te stellen termijn, te rekenen vanaf betekening van het te dezen te wijzen vonnis, zich te begeven in of om de gebouwen van het wooncomplex de Varenhof, deze te betreden, dan wel zich aldaar op te houden, anders dan om zich zo snel mogelijk in een rechtstreekse lijn te begeven naar het door zijn moeder gehuurde appartement, zoals middels een rode lijn aangegeven op de als productie 27 overgelegde plattegrond, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per keer dat [gedaagde] dit verbod niet naleeft, met een maximum te stellen op € 30.000,00;
2. [gedaagde] te verbieden om gedurende een termijn van twee jaar, dan wel gedurende een door U.E.A. vast te stellen termijn, te rekenen vanaf betekening van het te dezen te wijzen vonnis, het hoofdkantoor van SOR aan de Botersloot 175 te Rotterdam te betreden en zich aldaar op te houden, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per keer dat [gedaagde] dit verbod niet naleeft, met een maximum te stellen op € 30.000,00;
3. [gedaagde] te verbieden om gedurende een termijn van twee jaar, dan wel een andere door U.E.A. vast te stellen termijn, te rekenen vanaf betekening van het te dezen te wijzen vonnis, anders [van, de voorzieningen begrijpt dat bedoeld is:] dan via een advocaat contact op te nemen - mondeling, schriftelijk, of in persoon - met enige werknemer van SOR, waaronder begrepen doch niet beperkt tot mevrouw [persoon1] , een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per keer dat [gedaagde] dit verbod niet naleeft, met een maximum te stellen op € 30.000,00;
4. SOR te machtigen om genoemde veroordelingen ten uitvoer te leggen, al dan niet met behulp van een deurwaarder en/of de sterke arm, indien [gedaagde] geen gehoor geeft aan de veroordelingen zoals gevorderd onder 1, 2 en 3;
5. [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding daaronder begrepen het salaris, de nakosten en de verschotten van de gemachtigde van SOR.