ECLI:NL:RBROT:2016:8657

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 november 2016
Publicatiedatum
14 november 2016
Zaaknummer
C/10/473398 / HA ZA 15-328
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in een tweede vrijwaringsincident in reconventie tussen Prefunko B.V. en Bouwbedrijf Boogert B.V.

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Rotterdam, betreft het een tweede vrijwaringsincident in reconventie tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Prefunko B.V. en Bouwbedrijf Boogert B.V. Prefunko had eerder een vrijwaringsincident aanhangig gemaakt, maar bleek een verkeerde partij te hebben opgeroepen. Na het vonnis in het eerste incident heeft Prefunko een nieuwe incidentele vordering ingesteld om de juiste partij, de CAR-verzekeraar van Boogert, HDI-Gerling Verzekeringen N.V., op te roepen. De rechtbank heeft de procedure gevolgd en de relevante processtukken in overweging genomen, waaronder eerdere vonnissen en conclusies van partijen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Prefunko zich op een artikel uit de onderaannemingsovereenkomst beroept en dat Boogert zich refereert aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft geoordeeld dat Prefunko voldoende heeft gesteld dat er een rechtsverhouding bestaat die tot vrijwaring verplicht, en heeft de vordering tot oproeping in vrijwaring van HDI-Gerling Verzekeringen N.V. toegewezen. De vordering van Prefunko tot veroordeling van Boogert in de kosten van de procedure in vrijwaring is echter afgewezen, omdat een vonnis in een vrijwaringsincident zich daar niet voor leent. De beslissing omtrent de kosten van het incident is aangehouden tot de hoofdzaak.

Het vonnis is openbaar uitgesproken op 9 november 2016 door mr. C. Bouwman.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/473398 / HA ZA 15-328
Vonnis in incident van 9 november 2016
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PREFUNKO B.V.,
gevestigd te Hardinxveld-Giessendam,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het tweede vrijwaringsincident in reconventie,
advocaat mr. S.H. Broeseliske,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOUWBEDRIJF BOOGERT B.V.,
gevestigd te Oosterland (gemeente Schouwen-Duiveland),
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het tweede vrijwaringsincident in reconventie,
advocaat mr. W.H. Lindhout.
Partijen zullen hierna Prefunko en Boogert genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het incidenteel vonnis van 8 juni 2016 (hierna: het vonnis in het eerste vrijwaringsincident in reconventie) alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • het herstelvonnis van 6 juli 2016 van het vonnis in het eerste vrijwaringsincident in reconventie;
  • de door Prefunko genomen conclusie van repliek in conventie tevens incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring in reconventie tevens (deels voorwaardelijke) conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
  • de conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident in reconventie van Boogert;
  • de akte vermindering eis incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring in reconventie van Profunko.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het tweede vrijwaringsincident in reconventie.

2.Het geschil in het tweede vrijwaringsincident in reconventie

2.1.
Prefunko vordert na eisvermindering dat de rechtbank:
- haar toestaat de CAR-verzekeraar van Boogert, bij Prefunko bekend als HDI-Gerling Verzekeringen N.V., gevestigd te (3012 KL) Rotterdam, aan het adres Westblaak 14, tegen een nader door de rechtbank te bepalen datum in vrijwaring op te roepen teneinde op de eis tot vrijwaring te antwoorden en voort te procederen;
- Boogert veroordeelt in de kosten van de procedure in vrijwaring tegen HDI-Gerling Verzekeringen N.V.;
- Boogert veroordeelt in de kosten ter zake van het vrijwaringsincident met betrekking tot NCIS.
2.2.
Prefunko legt hieraan het volgende - verkort weergegeven - ten grondslag.
Ten aanzien van de CAR-verzekeraar van Boogert, HDI-Gerling Verzekeringen N.V., beroept Prefunko zich op artikel R van de onderaannemingsovereenkomst die tussen Boogert en Prefunko is gesloten ten behoeve van het nieuwbouwproject “De Nieuwe Gooye” te Dirksland.
2.3.
Boogert refereert zich aan het oordeel van de rechtbank over de vordering van Prefunko tot oproeping in vrijwaring van HDI-Gerling Verzekeringen N.V. Ten aanzien van de overige vorderingen van Prefunko voert Boogert verweer en concludeert zij tot afwijzing.
2.4.
De argumenten die Boogert tot haar verweer aanvoert, worden, voor zover zij relevant zijn, hieronder bij de beoordeling behandeld.

3.De beoordeling

Inleiding

3.1.
In het eerste vrijwaringsincident in reconventie heeft Prefunko, de incidentele eiseres in dat incident, gevorderd dat haar zou worden toegestaan (onder meer)
NCIS, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk, de CAR-verzekeraar van Boogertin vrijwaring op te roepen. Daarop heeft de rechtbank in het vonnis in het eerste vrijwaringsincident Prefunko toegestaan
NCIS, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijkte dagvaarden tegen de terechtzitting van 20 juli 2016.
3.2.
Niet in geschil in het onderhavige incident, het tweede vrijwaringsincident in reconventie, is dat Prefunko buiten haar schuld gedwaald heeft omtrent de (rechts)persoon die heeft te gelden als de CAR-verzekeraar van Boogert en dat Prefunko om die reden in het eerste vrijwaringsincident in reconventie gevorderd heeft dat haar werd toegestaan NCIS in vrijwaring op te roepen in plaats van HDI-Gerling Verzekeringen N.V.
De vordering tot oproeping in vrijwaring van HDI-Gerling Verzekeringen N.V.
3.3.
De incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring is tijdig en vóór alle weren genomen. Op de voet van artikel 210 Rv kan de verweerder in reconventie iemand in vrijwaring oproepen indien hij meent hiertoe gronden te hebben. Voldoende is dat wordt gesteld - en onderbouwd - dat de waarborg krachtens zijn rechtsverhouding tot de gewaarborgde verplicht is de nadelige gevolgen van een veroordeling in de hoofdzaak (mede) te dragen.
3.4.
In de onderhavige zaak heeft Profunko voldoende gesteld dat met de CAR-verzekeraar een rechtsverhouding bestaat die tot vrijwaring verplicht, zodat in beginsel aan de vereisten voor oproeping is voldaan.
3.5.
Aangezien Boogert in dit incident geen verweer heeft gevoerd maar zich refereert aan het oordeel van de rechtbank, zal de vordering tot oproeping in vrijwaring van HDI-Gerling Verzekeringen N.V. dan ook worden toegewezen.
De vordering tot veroordeling van Boogert in de kosten van de procedure in vrijwaring tegen HDI-Gerling Verzekeringen N.V.
3.6.
Een vonnis in een vrijwaringsincident leent zich niet voor een beoordeling van een vordering van de eisende partij in dit incident tot veroordeling van de verwerende partij in dit incident in de kosten van de procedure in vrijwaring (vgl. HR 28 oktober 2011,
NJ2012, 213, ECLI:NL:HR:2011:BQ6079).
3.7.
Deze vordering zal derhalve worden afgewezen.
Proceskosten
3.8.
De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.

4.De beslissing

De rechtbank
in het tweede vrijwaringsincident in reconventie
4.1.
staat toe dat:
HDI-Gerling Verzekeringen N.V., gevestigd te (3012 KL) Rotterdam, aan het adres Westblaak 14 door Prefunko wordt gedagvaard tegen de terechtzitting van
21 december 2016,
4.2.
houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
4.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de hoofdzaak
4.4.
bepaalt dat de zaal weer op de rol zal komen van
21 december 2016voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een comparitie.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Bouwman en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2016.
901/1729