Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de overgelegde producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van ABN AMRO Bank.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding, vordert de eiser, eigenaar van een appartement, dat ABN AMRO Bank de onderhandse verkoop van zijn woning staakt. De eiser heeft een betalingsachterstand op zijn hypothecaire lening en is van mening dat de bank onterecht de geldleningsovereenkomst heeft opgezegd. De eiser heeft zijn baan verloren, wat heeft geleid tot financiële problemen en een betalingsachterstand van € 6.791,32. De bank heeft de overeenkomst opgezegd en is voornemens het appartement te verkopen. De eiser stelt dat hij in staat is om zijn achterstand in te lopen en dat de verkoop van het appartement hem in een nog moeilijkere financiële situatie zal brengen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de opzegging van de geldleningsovereenkomst door ABN AMRO Bank niet onaanvaardbaar is, gezien de lange betalingsachterstand. Echter, de rechter komt tot de conclusie dat de voorgenomen verkoop van het appartement misbruik van bevoegdheid oplevert, gezien de bijzondere omstandigheden van de eiser, die suïcidaal is en een groot belang heeft bij het behoud van zijn woning. De rechter gebiedt de bank om de verkoop van het appartement te staken, maar legt hieraan de voorwaarde dat dit gebod vervalt als de eiser zijn betalingsverplichtingen niet nakomt. De proceskosten worden gecompenseerd, en de dwangsom voor de bank wordt gematigd.