ECLI:NL:RBROT:2016:9265

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 december 2016
Publicatiedatum
1 december 2016
Zaaknummer
KTN-5133469_02122016
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad door graafwerkzaamheden met schade aan ondergrondse kabel

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 2 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en Jac. Barendregt Infra B.V. Stedin, als eiseres, vorderde schadevergoeding van Barendregt, die als gedaagde verantwoordelijk was voor graafwerkzaamheden waarbij een ondergrondse elektriciteitskabel (ov-kabel) van Stedin beschadigd was geraakt. De schade was ontstaan op of omstreeks 10 november 2014 tijdens graafwerkzaamheden nabij Dorpsplein 17 te Rockanje. De kosten voor het herstel van de schade bedroegen € 1.348,99, en Stedin vorderde dit bedrag, vermeerderd met rente en incassokosten, in totaal € 1.668,59.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Barendregt de ov-kabel heeft beschadigd en dat dit een onrechtmatige daad betreft. De kern van het geschil was of deze onrechtmatige daad aan Barendregt kon worden toegerekend. De rechter overwoog dat Barendregt niet voldoende zorgvuldigheid had betracht bij de uitvoering van de graafwerkzaamheden. Hoewel Barendregt een KLIC-melding had gedaan en informatie had opgevraagd, had zij niet de nodige maatregelen genomen om de precieze ligging van de ov-kabel te bepalen, ondanks de aanwezigheid van lantaarnpalen in de nabijheid, die doorgaans op een ondergrondse kabel zijn aangesloten.

De rechter oordeelde dat Barendregt had moeten anticiperen op de mogelijkheid dat er kabels aanwezig waren die niet op de KLIC-tekening stonden aangegeven. De schade was te wijten aan het niet met de vereiste zorgvuldigheid uitvoeren van de graafwerkzaamheden. De vordering van Stedin werd dan ook toegewezen, en Barendregt werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 5133469 CV EXPL 16-23741
uitspraak: 2 december 2016
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Stedin Netbeheer B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: AGC Gerechtsdeurwaarder & Incasso te Zwolle,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Jac. Barendregt Infra B.V.,
gevestigd te Rhoon,
gedaagde,
vertegenwoordigd door K.J. Barendregt, directeur van de vennootschap.
Partijen worden hierna aangeduid als “Stedin” en “Barendregt”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 20 mei 2016, met producties;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van Barendregt, met als bijlage de op schrift gestelde conclusie van antwoord, met productie;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer, met als bijlage de op schrift gestelde conclusie van dupliek, met productie.
1.2
De datum van de uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1
Stedin is regionaal netbeheerder in de zin van de Elektriciteitswet 1998.
2.2
Op of omstreeks 10 november 2014 zijn binnen het verzorgingsgebied van Stedin ter hoogte van de locatie Dorpsplein 17 te Rockanje zogenoemde grondroerende werkzaamheden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van Barendregt. Daarbij is schade toegebracht aan een ov-kabel die aan Stedin toebehoort. Die ov-kabel levert stroom aan de lantaarnpalen die om het pleintje staan.
2.3
De kosten om die schade te herstellen bedroegen € 1.348,99.
2.4
Stedin heeft Barendregt buiten rechte aangesproken tot betaling van voornoemd bedrag. Daartoe is Barendregt niet overgegaan, ook niet na daartoe te zijn gesommeerd.

3.De stellingen van partijen

3.1
Stedin vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Barendregt te veroordelen aan haar te betalen € 1.348,99 aan hoofdsom, € 117,25 aan verschenen rente en € 202,35 aan incassokosten, tezamen € 1.668,59, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over
€ 1.348,99 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de algehele voldoening, met veroordeling van Barendregt in de proceskosten.
3.2
Aan haar vordering legt Stedin - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - ten grondslag dat Barendregt heeft gehandeld in strijd met de in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid, doordat zij bij door haar verrichte graafwerkzaamheden niet voldaan heeft aan haar verplichting om ter plekke aanwezige kabels te lokaliseren. Dat heeft ertoe geleid dat bij de graafwerkzaamheden de op de graaflocatie aanwezige ov-kabel is beschadigd. De schade als gevolg van deze onrechtmatige daad bedraagt € 1.348,99. Stedin wil dit bedrag met rente vergoed hebben alsmede de incassokosten.
3.3
Barendregt erkent de schade aan de ov-kabel te hebben veroorzaakt, maar betwist niettemin de vordering, omdat zij - zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang - meent dat zij niet heeft gehandeld in strijd met de in het maatschappelijk verkeer betamende zorgvuldigheid. Daartoe voert zij aan dat zij een zogenoemde KLIC-melding heeft gedaan, om gegevens te verkrijgen van alle ondergrondse kabels en leidingen op de graaflocatie, maar dat op de tekeningen die zij heeft ontvangen niet de ov-kabel stond aangegeven. Hierdoor en doordat de ov-kabel een ongebruikelijke ligging had, is deze kabel bij de graafwerkzaamheden geraakt, ondanks dat Barendregt heeft gegraven volgens de richtlijn “Graafschade voorkomen aan kabels en leidingen” (Richtlijn zorgvuldig graafproces; CROW publicatie 250). Dat de ov-kabel op de KLIC-tekening had moeten staan, blijkt uit het feit dat de tekening na het schadevoorval zodanig is aangepast dat de kabel nu wel daarop staat weergegeven. Omdat Stedin zelf tekort is geschoten, kan Barendregt niet aansprakelijk worden gehouden voor de schade.
3.4
De stellingen van partijen worden voor zover nodig in het kader van de beoordeling van de vordering nader besproken.

4.De beoordeling

4.1
Vaststaat dat Barendregt bij de uitvoering van graafwerkzaamheden de onder 2.2 vermelde ov-kabel heeft beschadigd. Dit betreft een onrechtmatige daad. Stedin heeft hierdoor schade geleden, omdat met de reparatie van de kabel kosten gemoeid zijn geweest. De hoogte van het schadebedrag is niet in geschil.
4.2
Het geschil spitst zich toe tot de vraag of de onrechtmatige daad aan Barendregt kan worden toegerekend. De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt.
4.3
In de (kader) Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: WION) is neergelegd wie welke verantwoordelijkheden heeft ter preventie van graafschade.
In artikel 2 lid 2 WION is bepaald dat de grondroerder de graafwerkzaamheden op zorgvuldige wijze verricht. Uit lid 3 volgt dat de grondroerder ter uitvoering van lid 2 ten minste zorgt dat vóór aanvang van de graafwerkzaamheden een graafmelding is gedaan, dat onderzoek is verricht naar de precieze ligging van onderdelen van netten op de graaflocatie, en dat op de graaflocatie de van de Dienst ontvangen gebiedsinformatie aanwezig is.
4.4
Vaststaat dat Barendregt voorafgaand aan de graafwerkzaamheden gebiedsinformatie heeft opgevraagd en verkregen van de Dienst.
4.5
Niet in geschil is dat Barendregt na verkrijging van de KLIC-tekening de op die tekening ingetekende kabels en leidingen heeft gelokaliseerd en veiliggesteld op de wijze als vermeld in CROW publicatie 250 door middel van het graven van proefsleuven.
4.6
De ov-kabel die bij de uitvoering van de werkzaamheden beschadigd is geraakt, is niet ingetekend geweest op de KLIC-tekening van het net ter plaatse.
4.7
Barendregt wordt gevolgd in zijn betoog dat de ov-kabel op de KLIC-tekening had moeten staan. Dat is nodig om veilig en zorgvuldig graafwerkzaamheden te kunnen uitvoeren.
4.7.1
Om die reden is in artikel 18 WION bepaald dat het aantreffen van een net dat niet in de door de Dienst verstrekte liggingsgegevens is vermeld, onverwijld dient de worden gemeld bij de Dienst. Kennelijk is dat gebeurd, gelet op de constatering van Barendregt dat de KLIC-tekening na het schadevoorval is aangepast in die zin dat de ov-kabel nu wel daarop is ingetekend.
4.8
Daarmee is echter niet gezegd dat het schadevoorval niet aan Barendregt kan worden toegerekend.
4.8.1
Het verweer van Barendregt dat “wat je niet verwacht, ook niet kunt zoeken” gaat in dit geval niet op.
4.8.2
In de graafsector is bekend dat de informatie over de aanwezigheid van netten gebrekkig is. Deze onbetrouwbare informatie is veelal het gevolg van gebrekkige registratie bij de aanleg. Dit is één van de belangrijkste oorzaken voor graafschade. In CROW publicatie 250 is verwoord dat het zaak is om ook met deze ‘erfenis’ uit het verleden graafschade te beperken.
4.8.3
Teneinde schade te voorkomen dient het volledige graafproces zorgvuldig te geschieden. Dat brengt met zich dat een grondroerder zoals Barendregt niet uitsluitend kan afgaan op de informatie uit de KLIC-tekening, maar erop bedacht dient te zijn dat zich kabels of leidingen in de ondergrond bevinden die niet daarop ingetekend zijn. Tevens is in de jurisprudentie aanvaard dat een grondroerder acht dient te slaan op uiterlijke kenmerken ter plaatse ter vaststelling of kabels of leidingen afwezig zijn.
4.8.4
Nu moesten graafwerkzaamheden worden verricht op een pleintje omringd met lantaarnpalen op een afstand van nog geen tien meter van elkaar gelegen. Er moest ook in de nabijheid van die lantaarnpalen gegraven worden. Barendregt wordt geacht ermee bekend te zijn dat lantaarnpalen in de regel aangesloten zijn op een ondergrondse elektriciteitskabel zoals de ov-kabel. Zij had gelet op de situatie ter plaatse de aanwezigheid van de ov-kabel dus moeten verwachten. Zij had dan ook daarnaar moeten zoeken. Zorgvuldigheidshalve had het op de weg van Barendregt gelegen om ter voorbereiding op de graafwerkzaamheden de precieze ligging te bepalen van de ov-kabel die aangesloten is op de lantaarnpalen. Die ligging ziet ook op lussen in die kabel. Het bepalen van die precieze ligging is niet gebeurd.
4.8.5
Als aangenomen wordt dat de proefsleuven tevens zijn gegraven om de kabel naar de lantaarnpalen te traceren, dan is de voorbereiding op de graafwerkzaamheden ook niet voldoende zorgvuldig gebeurd, want klaarblijkelijk is de ov-kabel niet aangetroffen voorafgaand aan de graafwerkzaamheden. Dat had wel gemoeten. Barendregt heeft niet met die werkzaamheden mogen aanvangen, maar had (verder) moeten zoeken naar de precieze ligging van de ov-kabel of hierover contact moeten opnemen met Stedin. Door dit niet te doen, is de ov-kabel onopgemerkt gebleven, totdat deze beschadigd werd bij de graafwerkzaamheden.
4.8.6
Ook na de eerste beschadiging van de ov-kabel lijkt niet met die mate van zorgvuldigheid te zijn gehandeld die verwacht mag worden, want uit de stukken komt naar voren dat de ov-kabel op vijf plaatsen beschadigd is geraakt. Kennelijk is na het eerste schadevoorval doorgegraven, zonder alsnog de rest van de ov-kabel eerst bloot te leggen.
4.9
Onder de gegeven omstandigheden is het vooral te wijten aan het niet met de vereiste mate van zorgvuldigheid verrichten van (de voorbereiding van) de graafwerkzaamheden dat de ov-kabel beschadigd is geraakt. Deze onrechtmatige daad kan dus aan Barendregt worden toegerekend. De schade die Stedin hierdoor heeft geleden dient Barendregt te vergoeden.
4.1
Daarom wordt de gevorderde hoofdsom van € 1.348,99 toegewezen. Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 20 mei 2016. De reeds verschenen rente van € 117,25 wordt ook toegewezen.
4.11
Het bedrag van € 202,35 aan incassokosten wordt als onbetwist eveneens toegewezen.
4.12
Barendregt wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten veroordeeld, aan de zijde van Stedin vastgesteld op € 471,00 aan griffierecht en € 77,75 aan explootkosten, tezamen € 548,75 aan verschotten, en € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt Barendregt om aan Stedin tegen kwijting te betalen € 1.668,59, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119 BW over € 1.348,99 vanaf 20 mei 2016 tot aan de dag van algehele voldoening;
veroordeelt Barendregt in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Stedin vastgesteld op € 548,75 aan verschotten en € 300,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Vlaswinkel en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
465