Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de ongedateerde dagvaarding, met 13 producties, waarbij Alphatrans is gedagvaard tegen de rolzitting van 9 december 2015, waar Alphatrans vrijwillig is verschenen;
- de conclusie van antwoord, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie en verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, met 7 producties;
- de conclusie van antwoord op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv, met 1 productie (doorgenummerd als productie 14);
- het tussenvonnis van 8 juni 2016 in de hoofdzaak en in het incident, waarbij de rechtbank een mondelinge behandeling in het incident tevens comparitie van partijen in de hoofdzaak heeft bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in het incident, tevens comparitie in de hoofdzaak d.d. 12 juli 2016;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, tevens akte wijziging van eis in conventie;
- het incidenteel vonnis d.d. 10 augustus 2016;
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
SubsidiairAlphatrans veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis de kraan in Rotterdam af te geven aan Wilbert Towercranes of een door haar aan te wijzen derde;
- Wilbert Towercranes was geen partij bij de vervoerovereenkomst tussen [bedrijf A] en Alphatrans en/of de overige afspraken die zij in het verlengde van de vervoerovereen-komsten hebben gemaakt, zodat Wilbert Towercranes daar geen rechten aan kan ontlenen.
- er is geen sprake van ten behoeve van Wilbert Towercranes gesloten derdenbeding; evenmin zijn er mededelingen gedaan of verwachtingen gewekt bij Wilbert Towercranes dat Alphatrans het vervoer zou uitvoeren. Als geoordeeld wordt dat wel sprake van een derdenbeding is, dan betwist Alphatrans dat aan de vereisten voor aanvaarding is voldaan danwel heeft Alphatrans het derdenbeding tijdig herroepen;
- Alphatrans heeft in haar e-mail van 7 augustus 2015 en in haar ingebrekestellingsbrief van 20 augustus 2015 uitdrukkelijk aangegeven pas tot levering over te gaan nadat alle openstaande vorderingen zijn voldaan. Alphatrans komt hiermee terug op haar eerdere ‘toezegging’;
- Alphatrans betwist dat Wilbert Towercranes eigenaar is van de kraan. Alphatrans betwist dat die eigendom zou blijken uit het door Wilbert Towercranes overgelegde document/rapport;
- Alphatrans heeft op grond van artikel 7.7 van de op de vervoerovereenkomst toepasselijke Algemene Bedrijfsvoorwaarden een opschortingsrecht, nu [bedrijf A] haar betalingsverplichtingen jegens Alphatrans niet is nagekomen;
- Alphatrans heeft op grond van artikelen 7.10 en 7.11 van de op de vervoerovereenkomst toepasselijke Algemene Bedrijfsvoorwaarden bovendien een verlengd retentierecht en een (vuist)pandrecht op alle openstaande vorderingen van [bedrijf A] dat zij kan doen gelden. Na betaling van het bedrag van € 24.000,- staat nog steeds een aanzienlijke vordering open op [bedrijf A] . Alphatrans doet beroep op haar retentierecht en mag daarom afgifte van de kraan weigeren ingevolge artikel 8:30 jo. 8:1131 BW;
- Wilbert Towercranes wist van de precaire financiële situatie van [bedrijf A] , zodat de gevolgen van het alsnog verstrekken van een vervoersopdracht voor rekening en risico van Wilbert Towercranes dienen te blijven. [bedrijf A] kwam ook haar betalingsverplichtingen jegens Wilbert Towercranes niet na en Wilbert Towercranes heeft zelf het faillissement van [bedrijf A] aangevraagd.
4.De beoordeling
in conventie
als het de EUR 24.000,- vandaag op de rekening staat dan kunnen wij akkoord gaan met de onderstaande voorwaarden.”. Vaststaat dat [bedrijf A] dat bedrag direct daarna heeft betaald. Het beroep van Alphatrans op de voorwaarde ‘cash up front’, een voorwaarde die zij vóór het maken van de afspraak op 5 augustus 2015 heeft gesteld in haar e-mailbericht van 3 augustus 2015, gaat niet op, omdat partijen met betrekking tot het transport van de kraan naar Duitsland op 5 augustus 2015 een nieuwe afspraak hebben gemaakt waarmee deze eerder gestelde voorwaarde ‘cash up front’ is achterhaald.