3.1.De curator heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hun taak als bestuurder of middellijk bestuurder van [gefailleerde] kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld als bedoeld in artikel 2:248 BW en dat die onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is geweest van het faillissement van [gefailleerde] ;
TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het bedrag van de schulden in het faillissement van [gefailleerde] , bestaande uit de ingediende en in te dienen vorderingen, de faillissementskosten en het salaris van de curator zoals dat zal worden vastgesteld in de definitieve salarisbeschikking, voor zover deze schulden niet uit de overige baten kunnen worden voldaan;
3. te verklaren voor recht dat TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hun taak als bestuurder of middellijk bestuurder van [gefailleerde] onbehoorlijk hebben vervuld als bedoeld in artikel 2:9 BW;
4. TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de schade op grond van artikel 2:9 BW, nader op te maken bij staat;
5. te verklaren voor recht dat TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] onrechtmatig jegens de gezamenlijke schuldeisers inzake het faillissement van [gefailleerde] hebben gehandeld;
6. TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de uit het onrechtmatig handelen voortvloeiende schade, nader op te maken bij staat;
7. TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de schade als gevolg van de paulianeuze dan wel onrechtmatige rechtshandelingen op 3 november 2012, 29 november 2012 en tussen 10 juli 2013 en 8 juli 2014, gelijk aan een bedrag van € 130.691,90, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf de dag van de respectievelijke handelingen, althans vanaf de dag van dagvaarding;
8. TAVO c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de schade als gevolg van de paulianeuze dan wel onrechtmatige verrekening op 27 maart 2014, gelijk aan een bedrag van € 16.625,40, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf de dag van de handeling, althans vanaf de dag van dagvaarding;
9. TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ex artikel 2:216 lid 3 BW hoofdelijk te veroordelen tot betaling van het tekort als gevolg van het dividendbesluit, gelijk aan een bedrag van € 100.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf 3 november 2012, althans vanaf de dag van dagvaarding;
10. TAVO te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 18.000,00 teneinde de volstorting op de aandelen van [gefailleerde] ex artikel 2:193 BW alsnog te bewerkstelligen, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, te rekenen vanaf 31 december 2010, althans vanaf de dag van dagvaarding;
primair, subsidiair en meer subsidiair
11. TAVO, [gedaagde 2] en [gedaagde 3] hoofdelijk te veroordelen tot betaling van een voorschot op het boedeltekort in het faillissement van [gefailleerde] , althans op de schade, van € 200.000,00, althans een in goede justitie vast te stellen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat voorschot, indien niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis het voorschot is betaald;
primair, subsidiair, meer subsidiair en nog meer subsidiair
12. TAVO c.s. hoofdelijk te veroordelen in de (proces)kosten van dit geding, daarin begrepen de buitengerechtelijke kosten, de beslagkosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de volledige (proces)kosten, indien niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis aan de veroordeling is voldaan.