In deze zaak vordert eiser, h.o.d.n. Bram Ladage Verse Patat, dat gedaagde, Wereldhave Nederland B.V., hem de bedrijfsruimte ter beschikking stelt, zoals overeengekomen in een huurovereenkomst. De huurovereenkomst stipuleert dat de bedrijfsruimte uiterlijk op 1 december 2017 beschikbaar zou zijn. Echter, door uitloop van werkzaamheden en het feit dat de bedrijfsruimte momenteel in gebruik is bij een juwelier, is deze datum niet gehaald. De voorzieningenrechter overweegt dat de vordering tot nakoming in kort geding alleen kan worden toegewezen als er geen twijfel bestaat over de gemaakte afspraken en als het niet van eiser kan worden gevergd om de uitkomst van een bodemprocedure af te wachten. In dit geval is de nakoming feitelijk onmogelijk, aangezien de bedrijfsruimte nog in gebruik is en er nog werkzaamheden aan de waterleiding moeten plaatsvinden. De voorzieningenrechter wijst de vordering af, omdat het niet mogelijk is om de bedrijfsruimte op de gevraagde datum ter beschikking te stellen. Eiser wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.