Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht.
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van verdachte tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van twee jaren, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, te vervangen door 60 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht;
- verbeurdverklaring van het onder de verdachte in beslag genomen geldbedrag van € 1.300,-;
- onttrekking aan het verkeer van de overige onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen omschreven op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen.
4.Waardering van het bewijs
bijlage IIheeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
en
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
160 (honderdzestig) uren, waarvan 40 (veertig) uren voorwaardelijk, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
152 (honderdtweeënvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
76 dagen;
- verklaart onttrokken aan het verkeer de op voornoemde lijst onder de voorwerpnummers 3 tot en met 13 vermelde goederen.