Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair, 2, 3 subsidiair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 9 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, alsmede zich inzet voor een dagbesteding en het behouden van werk, urinecontroles laat doen en zich eventueel ambulant laat behandelen bij Youz.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 656,19 (zegge: zeshonderd zesenvijftig euro en negentien cent), bestaande uit € 156,19 aan materiële schade en € 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 9 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 250,00 (zegge: twee honderd en vijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 656,19(hoofdsom,
zegge: zeshonderd zesenvijftig euro en negentien cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 656,19 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
13 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 250,00(hoofdsom,
zegge: twee honderd en vijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 december 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 250,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
5 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.