Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 1 november 2017, met producties 1 tot en met 14;
- de aanvullende producties 15 tot en met 23;
- de producties 1 tot en met 8 van Kloet;
- de mondelinge behandeling op 10 november 2017;
- de pleitnota van Steenbruggen;
- de pleitnota van Kloet.
2.De feiten
(…)
Gezien het aanwezige stof en restanten op de vensterbank van woning 275 was het kozijn tijdens de werkzaamheden onvoldoende afgeplakt geweest met Perspex en tape.
Tijdens het schrappen van de kit was geen sprake geweest van constante afzuiging met een stofzuiger voorzien van Hepa filter. Dit blijkt uit hetgeen wij hoorden van de betrokken werknemers en de aangetroffen kitrestanten.
De vrijgekomen materialen waren niet direct verpakt, dit blijkt uit de aangetroffen kitrestanten en de buiten de asbestcontainer onverpakt aangetroffen deuren, ramen en beglazing.
Het geheel was niet gezogen met een stofzuiger voorzien van HEPA filter, dit blijkt uit de aangetroffen restanten op de diverse verdiepingen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
nietals asbesthoudend was aangemerkt. Het betreft volgens Kloet kit die aan de binnenkant van de woningen tegen het raam was aangebracht en die anthofylliet bevatte. Kloet stelt deze kit te hebben verwijderd zonder daarbij de door R.E.C. met betrekking tot het saneren van asbesthoudende kit geadviseerde voorzorgsmaatregelen te hebben genomen, omdat Steenbruggen, AM&P en R.E.C. haar er nooit op hebben gewezen dat dit asbesthoudende kit betrof. Het is deze tekortkoming geweest die tot de asbestbesmetting en de daardoor ontstane schade heeft geleid, aldus Kloet.
816,00