Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaardingen van 10 februari 2016
- de akte overlegging producties (P1 tot en met P21) zijdens POFM
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid zijdens Almatrans
- de antwoordconclusie (in het incident) met producties (P22 tot en met P24) zijdens POFM
- de producties 5 tot en met 9 van Almatrans (zij had in haar inventaris van het procesdossier de bovengenoemde processtukken genummerd als 1 tot en met 4)
- het proces-verbaal van het pleidooi, gehouden op 21 november 2016
- de pleitnota van Almatrans
- de pleitaantekeningen van POFM.
2.De vaststaande feiten in het incident
“Subcontracting Conditions”die op deze transportopdrachten van toepassing zijn is in artikel 12.1 een forumkeuzebeding (hierna: het forumkeuzebeding) opgenomen dat luidt:
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
the Courts of the country in which any asset (…) of the Sub-Contractor is or might at the instigation of the Company be detained or frozen”.
asset that might be detained or frozen” in de zin van het beding, nu Almatrans een vordering heeft op POFM Ltd. tot betaling van vracht, op welke vordering door POFM Ltd. tot zekerheid van haar vordering op Almatrans in Nederland (eigen)beslag kan worden gelegd.
might be detained or frozen” volgt dat er daadwerkelijk sprake moet zijn van een gelegd beslag.
might be detained or frozen” vertaald als “
kan worden beslagen”) en niet daar waar beslaglegging mocht hebben plaatsgevonden (“
might be detained or frozen” vertaald als “
mocht zijn beslagen”).
5.De beslissing
8 maart 2017voor conclusie van antwoord.