ECLI:NL:RBROT:2017:10901

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2017
Publicatiedatum
27 juni 2018
Zaaknummer
C/10/502502 / HA ZA 16-525
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijwaringsbeding in algemene voorwaarden tussen Saipem Ltd. en STC Repairs B.V.

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, ging het om een geschil tussen Saipem Ltd., een vennootschap gevestigd in Engeland, en STC Repairs B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd in Bergen op Zoom. De procedure begon met een tussenvonnis op 7 juni 2017, waarin de rechtbank de partijen vroeg om uitlatingen te doen over de algemene voorwaarden die door Saipem waren ingediend. STC Repairs betwistte de redelijkheid van een vrijwaringsbeding in deze voorwaarden, stellende dat het beding onredelijk bezwarend was volgens artikel 6:233 sub a van het Burgerlijk Wetboek.

De rechtbank oordeelde dat artikel 6:233 sub a BW niet van toepassing was, omdat de overeenkomst tussen partijen tot stand was gekomen in de uitoefening van hun beroep of bedrijf en niet beide partijen in Nederland gevestigd waren. Dit leidde tot de conclusie dat de voorwaarden van Saipem geldig waren, ondanks de bezwaren van STC Repairs. STC Repairs voerde verder aan dat het beroep van Saipem op het beding in strijd was met de redelijkheid en billijkheid, zoals bedoeld in artikel 6:248 lid 2 BW. De rechtbank besloot dat Saipem de gelegenheid moest krijgen om hierop te reageren.

De zaak werd vervolgens naar de rol verwezen voor verdere uitlatingen door Saipem, waarbij de rechtbank elke verdere beslissing aanhield. Het vonnis werd uitgesproken op 18 oktober 2017 door rechter C. Sikkel, en de verdere procedure zou zich richten op de reactie van Saipem op de argumenten van STC Repairs.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/502502 / HA ZA 16-525
Vonnis van 18 oktober 2017
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
SAIPEM LTD.,
gevestigd te Kingston upon Thames, Engeland, Verenigd Koninkrijk.
eiseres,
advocaat mr. B. van Mieghem te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STC REPAIRS B.V.,
gevestigd te Bergen op Zoom,
gedaagde,
advocaat mr. R. Sinke te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Saipem en STC Repairs genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 juni 2017 alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de akte uitlating vernietigbaarheid van algemene voorwaarden van Saipem;
  • de akte betreffende algemene voorwaarden van STC Repairs, met één productie.
1.2.
Na het hiervoor in 1.1 genoemde tussenvonnis van 7 juni 2017, waarin de zaak naar de rol van 5 juli 2017 is verwezen “voor uitlating bij akte door Saipem als vermeld in rov. 2.15”, heeft Saipem op de rol van 5 juli 2017 haar hiervoor in 1.1 genoemde akte genomen. Vervolgens is de zaak overeenkomstig artikel 2.11 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken (Landelijk procesreglement civiel) naar de rol van 19 juli 2017 verwezen. Op de rol van 19 juli 2017 is door Saipem vonnis gevraagd en is door STC Repairs verzocht een akte te mogen nemen. Dit verzoek van STC Repairs is door de rolrechter ingewilligd. Hierna is de zaak naar de rol verwezen van 2 augustus 2017 voor het nemen van een akte door STC Repairs, waarna STC Repairs op de rol van 2 augustus 2017 haar hiervoor in 1.1 genoemde akte heeft genomen. Vervolgens is de zaak naar de rol van 16 augustus 2017 verwezen overeenkomstig artikel 2.11 van het Landelijk procesreglement civiel. Op de rol van 16 augustus 2017 is door STC Repairs vonnis gevraagd en is door Saipem geen verzoek gedaan. Ten slotte is de zaak naar de rol verwezen voor het wijzen van vonnis.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 7 juni 2017 is de zaak naar de rol verwezen voor een reactie door Saipem op de stelling van STC Repairs dat het beding in artikel 23.1.1 juncto artikel 23.1.2 van de algemene voorwaarden van Saipem onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 sub a BW om de in rov. 2.15 van dit tussenvonnis opgesomde redenen die STC Repairs hiertoe heeft aangevoerd.
2.2.
Zoals Saipem terecht heeft aangevoerd, mist het bepaalde in artikel 6:233 sub a BW in het onderhavige geval toepassing, omdat hier, zo is niet in geschil, sprake is van een overeenkomst tussen partijen die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf en die niet beide in Nederland gevestigd zijn, ongeacht het recht dat de overeenkomst beheerst (art. 6:247 lid 2 BW).
2.3.
In haar hiervoor in 1.1 genoemde akte neemt STC Repairs voor het eerst het standpunt in dat het naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid van artikel 6:248 lid 2 BW onaanvaardbaar is dat Saipem een beroep toekomt op het beding. Onder 3-13 van haar akte zet STC Repairs de feiten en omstandigheden uiteen waarom dit beding onaanvaardbaar zou zijn. Saipem heeft hierop nog niet gereageerd. Voor deze reactie zal de zaak naar de rol worden verwezen.
2.4.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van
15 november 2017voor uitlating bij akte door Saipem als vermeld in rov. 2.3;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr C. Sikkel en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2017.
901/1573