ECLI:NL:RBROT:2017:1143

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 januari 2017
Publicatiedatum
14 februari 2017
Zaaknummer
5332600 CV EXPL 16-35856
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk en schadevergoeding door Stichting De Moslimkrant

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 januari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een fotograaf, aangeduid als [eiser], en de Stichting De Moslimkrant. De eiser, die als fotograaf werkzaam is, heeft de stichting aangeklaagd wegens inbreuk op zijn auteursrecht. De eiser heeft foto's gemaakt van actuele gebeurtenissen en is auteursrechthebbende op de foto "Rotterdam/Hongaarse en Nederlandse scholieren". Deze foto werd zonder toestemming van de eiser op de website van De Moslimkrant geplaatst, wat leidde tot de vordering van de eiser om schadevergoeding te ontvangen voor de inbreuk op zijn auteursrechten en persoonlijkheidsrechten.

De procedure begon met een dagvaarding op 19 augustus 2016, waarna een comparitie van partijen werd gehouden. De Moslimkrant verscheen echter niet op deze comparitie. De eiser vorderde een schadevergoeding van € 675,- voor de inbreuk op zijn auteursrechten, alsook vergoeding van de proceskosten en wettelijke rente. De Moslimkrant betwistte de vordering en voerde aan dat de foto zonder naam was gepubliceerd en dat deze onmiddellijk na ontvangst van het exploot was verwijderd.

De kantonrechter oordeelde dat de Moslimkrant onrechtmatig had gehandeld door de foto zonder toestemming te plaatsen. De rechter erkende dat de Moslimkrant niet opzettelijk het auteursrecht had geschonden, maar dat dit geen invloed had op de aansprakelijkheid. De kantonrechter kende de vordering van de eiser toe en veroordeelde De Moslimkrant tot betaling van de gevorderde schadevergoeding, inclusief wettelijke rente, en de proceskosten. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het vonnis werd uitgesproken door mr. J.W. Langeler.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 5332600 \ CV EXPL 16-35856
uitspraak: 13 januari 2017
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
woonplaats: [plaatsnaam] ,
eiser bij exploot van dagvaarding van 19 augustus 2016,
gemachtigde: mr. R.M. Mijnsbergen te Rotterdam,
tegen
de stichting
Stichting De Moslimkrant,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
in persoon, voor wie [B.] , voorzitter, heeft gereageerd.
Partijen zullen worden aangeduid als “ [eiser] ” respectievelijk “De Moslimkrant”.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
  • het exploot van dagvaarding, met producties;
  • het proces-verbaal van het mondelinge antwoord van De Moslimkrant;
  • het vonnis van 12 september 2016, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
  • het proces-verbaal van de op 4 oktober 2016 gehouden comparitie van partijen.
1.2
De Moslimkrant is, hoewel daartoe naar behoren opgeroepen, niet verschenen op de comparitie van partijen.
1.3
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis nader bepaald op heden.

2.De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de in zoverre niet weersproken inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast.
2.1
[eiser] is fotograaf en heeft in die hoedanigheid foto's gemaakt van actuele gebeurtenissen. [eiser] exploiteert zijn foto's door middel van zijn eensmanszaak [handelsnaam].
2.2
[eiser] is auteursrechthebbende op de foto “Rotterdam/Hongaarse en Nederlandse scholieren” (hierna: “De Foto”).
2.3
De Moslimkrant is een stichting die onder andere een website genaamd “Demoslimkrant.nl” beheert. De Foto stond afgebeeld bij een artikel op de webpagina van deze site.
2.4
Op 22 maart 2016 heeft [eiser] De Moslimkrant gesommeerd de inbreuk op het auteursrecht te staken. De Foto is vervolgens verwijderd.

3.De vordering

3.1
[eiser] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
1. De Moslimkrant te veroordelen tot het voldoen van de gevorderde schadevergoeding van € 675,- voor de inbreuk op de auteursrechten en persoonlijkheidsrechten van [eiser] , dan wel een bedrag aan schadevergoeding dat de kantonrechter redelijk voorkomt;
2. De Moslimkrant te veroordelen in de volledige proceskosten van dit geding ex artikel 1019h Rv, dan wel in de proceskosten waaronder het salaris van de gemachtigde;
3. De Moslimkrant te veroordelen tot het voldoen van de nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv;
4. De Moslimkrant te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente te rekenen vanaf de datum van betekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening;
3.2
Aan haar vordering heeft [eiser] – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – ten grondslag gelegd dat De Moslimkrant inbreuk heeft gemaakt op zijn auteursrecht op De Foto. Daardoor heeft hij schade geleden. Niet alleen loopt hij op deze wijze licentie-inkomsten mis, ook lijdt [eiser] (immateriële) schade door de inbreuk op zijn persoonlijkheidsrechten en het exclusieve recht zelf te bepalen waar en hoe zijn foto wordt gebruikt. Daarnaast heeft [eiser] kosten moeten maken om zijn auteursrecht te handhaven en zijn schade vergoed te krijgen.

4.Het verweer

De Moslimkrant heeft de vordering betwist en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Bij de foto stond geen naam vermeld. Op het moment dat het bericht van de advocaat binnen kwam, is de foto direct van de website gehaald. Ook is aangeboden om € 150,00 te betalen.

5.De beoordeling

5.1
De kantonrechter stelt voorop dat als onbetwist vast staat dat [eiser] De Foto zelf heeft gemaakt. Niet in geschil is dat [eiser] als maker van deze foto dient te worden aangemerkt (op grond van artikel 7 of artikel 8 Auteurswet). Verder staat vast dat De Moslimkrant de foto zonder toestemming van [eiser] op haar website heeft geplaatst.
5.2
Daarmee staat tevens vast dat De Moslimkrant een inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van [eiser] en aldus onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. De kantonrechter wil wel aannemen dat De Moslimkrant niet opzettelijk het auteursrecht van [eiser] heeft geschonden, maar dat speelt geen rol van betekenis. Zelfs het per ongeluk schenden van andermans auteursrecht levert wettelijk gezien een inbreuk op het auteursrecht op. Van een krant mag bovendien verwacht worden dat zij zich ervan gewist of de foto’s die zij op haar website wil plaatsen en aldus openbaar wil maken, auteursrechtelijk zijn beschermd en wie de maker is van de betreffende foto’s, aan welke onderzoekplicht zij niet heeft voldaan.
5.3
De Moslimkrant is daarom schadevergoedingsplichtig. De Moslimkrant heeft niet betwist dat [eiser] voor het gebruik van zijn foto’s als basisprijs een bedrag van € 270,00 exclusief BTW per foto hanteert en dat deze prijs ook staat vermeld op de website van [eiser] . De algemene voorwaarden van DuPho zijn weliswaar niet van toepassing op de niet-contractuele relatie tussen [eiser] en De Moslimkrant, maar zij vormen wel een rechtens aanvaardbaar uitgangspunt om op die basis de schade van [eiser] te begroten. [eiser] is de gebruikelijke licentievergoeding misgelopen die De Moslimkrant anders verschuldigd zou zijn geweest. Voorts is sprake van (immateriële) schade vanwege het niet-vragen van toestemming en daarmee het dalen van de exclusiviteitswaarde van de foto en het ontbreken van de mogelijkheid om de licentie aan voorwaarden te verbinden zoals een beperking van de duur van het gebruik van de foto, het niet vermelden van de naam van [eiser] en het publiceren van een verminkte c.q. van het origineel afwijkende foto. In het midden kan blijven of deze schade aan de hand van bovengenoemde voorwaarden precies kan worden begroot op 300% van de licentievergoeding. [eiser] heeft immers zijn vordering verminderd tot € 675,- welk bedrag de kantonrechter als redelijk voorkomt.
5.4
De gevorderde schadevergoeding wegens inbreuk op het auteursrecht en het persoonlijkheidsrecht is dan ook toewijsbaar, inclusief de daarover gevorderde wettelijke rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot aan de dag van voldoening.
5.5
De Moslimkrant dient als de in het ongelijk te stellen partij de proceskosten te dragen. Op grond van het bepaalde in artikel 1019h Rv wordt De Moslimkrant veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten van [eiser] . Voor salaris heeft de gemachtigde van [eiser] € 1.609,50 begroot, welk bedrag wordt gespecificeerd in de aan de pleitnotie van mr. Mijnsbergen gehechte schriftelijke urenverantwoording. De kantonrechter acht deze kosten, die richtlijnconform zijn, in deze procedure ook redelijk. Daarnaast wordt een bedrag van € 396,95 aan verschotten toegewezen (externe kosten waaronder dagvaardingskosten en griffierecht). In totaal zal dus een bedrag van € 2.006,45 aan proceskosten worden toegewezen.
5.6
De apart gevorderde nakosten worden toegewezen als hierna vermeld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt De Moslimkrant tot betaling aan [eiser] van een bedrag groot € 675,00 vermeerderd met de wettelijke rente over daarover vanaf de datum van betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt De Moslimkrant in de daadwerkelijke kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [eiser] vastgesteld op € 2.006,45 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van betekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt De Moslimkrant tot betaling van € 75,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 aan betekeningskosten indien betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Langeler en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
527