3.1.X Force vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om:
1. de Staat te veroordelen om per direct alle gelegde (derde) beslagen, te weten op:
( i) de bankrekeningen zoals vermeld in de dagvaarding van 6 februari 2017,
(ii) de opdrachtgevers zoals vermeld in de dagvaarding van 6 februari 2017,
(iii) op de contante gelden die zich op kantoor bevonden en zoals vermeld in de dagvaarding, en
(iv) op de bedrijfswagens zoals vermeld in de dagvaarding,
op te heffen, en indien van toepassing per direct te retourneren, althans voor een bedrag ad € 567.708,00 het beslag op te heffen voor wat betreft de vrij rekening (dit betreft de som van alle korte termijn verplichtingen), gelijk aan op de door de wet voorgeschreven wijze, op straffe van een dwangsom ad € 250.000,00 voor iedere dag, gedeelte van een dag voor een hele gerekend, dat de Staat nalaat aan één van de veroordelingen tot opheffing te voldoen;
2. de Staat te veroordelen per direct (binnen 24 uur na wijzen vonnis) de bescheiden als vermeld onder randnummer 6 bij dagvaarding af te geven, op straffe van een dwangsom ad € 250.000,00 voor iedere dag, gedeelte van een dag voor een hele gerekend, dat de Staat nalaat aan één van de veroordelingen tot opheffing te voldoen;
3. de Staat te veroordelen in de proceskosten, althans de Staat te veroordelen in de proceskosten de hoogte daarvan in goede justitie te bepalen, onder de bepaling dat indien de proceskosten niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag wettelijke rente is verschuldigd;
4. de Staat te veroordelen in de nakosten van € 199,00, voor het geval de Staat niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee dagen na betekening aan het te dezen te wijzen vonnis heeft voldaan.