ECLI:NL:RBROT:2017:1288
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende exploitatievergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 februari 2017 uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een besloten vennootschap (B.V. 1) die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Binnenmaas. Dit besluit, genomen op 1 december 2016, hield in dat de B.V. en andere betrokken partijen onder aanzegging van bestuursdwang moesten stoppen met het verstrekken van dranken en spijzen zonder exploitatievergunning. Eerder, op 21 december 2016, had de voorzieningenrechter al een voorlopige voorziening getroffen, maar de verzoekster vroeg opnieuw om een voorlopige voorziening op basis van een nieuw Bibob-advies dat negatief was voor haar. De voorzieningenrechter oordeelde dat, hoewel er sterke omzetdaling en onjuiste voorlichting door de verweerder was, het verzoek om voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bestreden besluit naar verwachting in stand zou blijven en dat er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M. Lammerse, en er werd geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open gesteld.