Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.ZEFIROS S.A.,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 30 januari 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord van RTR met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie van SSM met producties;
- de akte aanvulling van grondslag tevens akte wijziging van eis en overlegging producties van Zefiros;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 20 januari 2016;
- de brief van de rechtbank van 19 februari 2016 met instructies voor de zitting en een zittingsagenda;
- de antwoordakte van SSM;
- de akte wijziging van eis van Zefiros;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte houdende overlegging producties van Zefiros;
- de akte overlegging producties van RTR;
- productie 8 van SSM;
- productie 47 van Zefiros en [eiser 2] ;
- het proces-verbaal van comparitie van 7 april 2016;
- de brief van de advocaat van Zefiros en [eiser 2] van 29 april 2016 waarin wordt medegedeeld dat partijen geen schikking hebben bereikt;
- de brief van de advocaat van Zefiros en [eiser 2] van 29 april 2016 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de akte houdende overlegging producties van Zefiros en [eiser 2] ;
- de akte van RTR van 13 juli 2016.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- Op grond van de rompbevrachtingsovereenkomst is Zefiros jegens [eiser 2] aansprakelijk voor de schade aan de Santiago.
- De lading olie heeft de scheepstanks, pompen en leidingen van de Santiago verontreinigd.
- RTR is als reisbevrachter op grond van artikel 8:913 lid 1 BW aansprakelijk voor de schade die Zefiros heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de verontreinigde lading olie.
- De LS Concorde had voorafgaand aan het vervoer van de lading olie, zijnde een medium olie, in totaal twintig reizen uitgevoerd met zware zwarte oliën (‘Dirty Petroleum Products’, hierna: DPP). Argos heeft de LS Concorde bevracht op DPP basis en heeft niet de opdracht gegeven om de LS Concorde dusdanig schoon te maken dat zij zou voldoen aan ‘Clean Petroleum Products’, hierna: CPP, normen cq vereisten. Door dit niet te doen en Zefiros, [eiser 2] en de bemanning van de Santiago niet te waarschuwen dat de lading olie was vervuild met de voorgaande DPP ladingen heeft Argos een fout gemaakt zodat er sprake is van schuld van de LS Concorde.
- SSM en/of de bemanning van de LS Concorde en/of de bevrachter Naviglobe hebben een fout gemaakt door na te laten Zefiros, althans de bemanning van de Santiago er op te wijzen dat de lading feedstock was vervuild c.q. verontreinigd met restanten van de voorgaande ladingen van de LS Concorde en hen daarvoor te waarschuwen;
- De LS Concorde en/of SSM heeft derhalve schuld aan het ontstaan van de schade aan de Santiago. SSM is aansprakelijk jegens Zefiros en [eiser 2] op grond van artikel 8: 541 BW jo. 8:544 BW, althans 8:1002 jo. 8:1004 BW.
- SSM is eveneens op grond van artikel 6:162 jo. 6:170 BW aansprakelijk.
- RTR en SSM zijn op grond van artikel 6:6 lid 2 BW hoofdelijk aansprakelijk.
- De totale schade bedraagt € 453.665,11.
- RTR heeft de vracht ad € 2.612,00 met betrekking tot het vervoer van de lading olie onbetaald gelaten.
- Zefiros heeft voor de Santiago een cascoverzekering afgesloten waarop [eiser 2] is meeverzekerd. De cascoverzekeraars hebben de schade aan Zefiros vergoed waardoor deze deels zijn gesubrogeerd in de rechten van Zefiros en [eiser 2] . De cascoverzekeraars hebben last en volmacht gegeven aan Zefiros en [eiser 2] om in eigen naam betaling te vorderen van RTR en SSM.
- SSM is - hoewel haar geen aansprakelijkheid treft voor de vermeende schade van Zefiros of [eiser 2] - gedwongen geweest zekerheid te stellen voor een bedrag van € 630.000. SSM had geen keus, zij moest dit wel doen, anders was beslag gelegd op de LS Concorde met alle gevolgen en kosten van dien.
- De LS Concorde is genoodzaakt geweest een advocaat te benoemen en een expert om haar belangen te kunnen behartigen in de procedure die door Zefiros en [eiser 2] is aangespannen. Dit brengt de nodige kosten met zich.
4.De beoordeling
- een ‘report of survey’ van Van Ameyde Marine van 1 december 2015 (hierna: het Van Ameyde I rapport) met ‘enclosures’;
- een verklaring van de heer [werknemer 1 Saybolt] (Saybolt France) dat hij monsters heeft genomen uit de landtanks 165 en 180 en uit de scheepstanks van de LS Concorde na belading in Le Havre, Frankrijk;
- een verklaring van de heer [inspecteur 1 Saybolt] (Saybolt) dat hij monsters heeft genomen uit de scheepstanks 1 PS/SB tot en met 5 PS/SB van de LS Concorde vóór lossing van de lading olie in de Santiago;
- een verklaring van de heer [werknemer 3 Saybolt] (Saybolt) dat hij op 19 december 2014 een monster heeft genomen uit (de scheepstanks van) de Santiago vóór lossing van de lading olie in de landtanks 733 en 754 bij de Odfjell Terminal;
- het door de bemanning van de LS Concorde aan de bemanning van de Santiago overhandigde ‘Safety Data Sheet Medium Oils’;
- de ‘Aanvullende commentaren/toelichting’ van Van Ameyde Marine van 21 maart 2016 (hierna: het Van Ameyde II-rapport) met bijlagen.
5 Cause of damage
“We hereby (declare) that we have inspected (close system) these ship’s tanks and found them suitable to load the above products”. The Saybolt inspector had utilised all available methods to verify that the tanks were empty, amongst others by dipping of the tank.
no liquid or non-liquidhydrocarbons were found during dipping.
5.De beslissing
29 maart 2017voor akte aan de zijde van SSM als bedoeld in 4.45;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- de namens hem/haar te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden juni tot en met september 2017 moet opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling roladministratie, kamer E12.55, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10554- en aan de wederpartij moet opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-36 10555- en de wederpartij moeten toesturen;