Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
2..De vaststaande feiten
[naam 8].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak hebben adoptiefouders met de Nederlandse en Turkse nationaliteit verzocht om erkenning van een in Turkije uitgesproken adoptie. De geadopteerde woont in Turkije en heeft daar altijd gewoond, terwijl verzoekster nog ingeschreven staat in Nederland maar sinds de geboorte van de geadopteerde in Turkije verblijft. Verzoeker woont in Nederland maar reist regelmatig naar Turkije. Er ontbreekt een conformiteitsverklaring conform het Haags adoptieverdrag en er is geen beginseltoestemming van de Minister van Justitie conform de Wobka. De rechtbank concludeert dat de adoptie een volledig Turkse adoptie betreft en geen interlandelijke adoptie. De erkenning van de adoptie door de Nederlandse rechter is niet in het belang van de geadopteerde, die in Turkije woont en contact heeft met zijn biologische familie. De rechtbank wijst het verzoek af.