ECLI:NL:RBROT:2017:2862

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
10/680770-15 / TUL VV 10/209874-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot hennepdiefstal met alternatieve scenario's en taakstraf als sanctie

Op 14 april 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot hennepdiefstal. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 16 december 2015, waarbij de politie een melding ontving van verdachte activiteiten bij een woning in Dordrecht. Drie mannen werden gezien bij de flat, waarvan twee via een ladder het balkon opklommen. De politie arriveerde snel ter plaatse en trof de verdachte en een medeverdachte aan in de woning, waar een hennepkwekerij met 356 planten werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat het alternatieve scenario van de verdediging, dat de verdachte in de woning was om op de hennepkwekerij te passen, niet geloofwaardig was. De rechtbank vond voldoende bewijs voor de poging tot diefstal, ondanks dat de diefstal niet was voltooid. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren, mede vanwege positieve persoonlijke omstandigheden en het tijdsverloop sinds het delict. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf van 40 uren, omdat de verdachte deze voorwaarde had geschonden door een nieuw strafbaar feit te plegen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 9, 22c, 22d, 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 10/680770-15
Parketnummer vordering TUL VV: 10/209874-14
Datum uitspraak: 14 april 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. R. van den Hemel, advocaat te Dordrecht.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 maart 2017.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.L. Hoekstra heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel onder parketnummer 10/209874-14.

Waardering van het bewijs

Inleiding
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de volgende feiten en omstandigheden op grond van het onderzoek op de terechtzitting en de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
Op 16 december 2015 omstreeks 01.02 uur ontving de politie een melding dat drie donkere mannen, in het donker gekleed, werden gezien bij de flat aan [adres delict] in Dordrecht en dat op dat moment twee van hen via een ladder het balkon aan de achterzijde van de woning met nummer [huisnummer] opklommen. De woning lag op de tweede verdieping van het flatgebouw. Terwijl de politie onderweg was, gaf de meldster door dat de derde man voor de woning stond en met een zaklamp stond te schijnen op de woning. Ondertussen waren de twee andere mannen de woning binnengegaan. Later bleken dit de verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] te zijn.
Toen de politie ter plaatse kwam, zagen zij op de door de meldster beschreven plek aan de achterzijde van de woning de derde man staan. Dit bleek later de medeverdachte [naam medeverdachte 2] te zijn. [naam medeverdachte 2] zette het op een lopen toen de politie zich bekend maakte en riep dat hij moest blijven staan. Op de plek waar [naam medeverdachte 2] had gestaan lag een telescoopladder en een grote zwarte tas. In de tas lagen zogenoemde ‘big shoppers’. [naam medeverdachte 2] werd na een korte achtervolging om 01.15 uur aangehouden door de politie.
In de tussentijd had de meldster voortdurend zicht op de woning die door de verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] was betreden en gaf zij aan de politie door dat zij had gezien dat niemand de woning had verlaten. De politie heeft vervolgens de voordeur van de woning geforceerd en is omstreeks 01.45 uur de woning binnengegaan. De verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte 1] zaten op de grond in de gang van de woning. Verder bleek er niemand in de woning aanwezig te zijn.
Na het binnentreden van de woning werd in de woonkamer een in werking zijnde hennepkwekerij met 356 hennepplanten aangetroffen.
Op het balkon aan de achterzijde van de woning lag een rood breekijzer. Tevens lag er een blauwe plastic tas van ‘Albert Heijn’ met daarin twee grote schroevendraaiers, een metaalkleurig breekijzer en handschoenen. Het onderste scharnier van de balkondeur bleek kapotgebroken te zijn. Hierdoor was het mogelijk de balkondeur uit de sponning te tillen.
In een vaste kast in de keuken van de woning trof de politie een zwarte schoudertas en een paarse kussensloop aan. In de schoudertas lagen vier knipscharen, een zwarte zaklamp, een stroomstootwapen, een jammer met drie antennes, een set zwarte handschoenen, een valmes en een vuurwapen, een Walther P22. In de kussensloop lag een zwarte bivakmuts. Later bleek bemonsterd celmateriaal van het vuurwapen te matchen met het DNA-profiel van de medeverdachte [naam medeverdachte 1] .
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat het ten laste gelegde niet bewezen kan worden en dat de verdachte vrijgesproken moet worden. Het door de verdachte geschetste scenario dat hij zich in de woning bevond om op de hennepkwekerij te passen past immers in de voorhanden zijnde bewijsmiddelen. Verder heeft de verdediging aangevoerd dat uit het dossier blijkt dat de verdachte niet in de ruimte is geweest waar de hennepplanten stonden.
Beoordeling
Het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, inhoudende dat de verdachte zich in de woning bevond om op de hennepkwekerij te passen, vindt geen steun in het dossier. De verdachte heeft het scenario op de terechtzitting ook niet uitgewerkt, onderbouwd of van enige verankering voorzien. Bovendien biedt het scenario geen verklaring voor het handelen van de medeverdachte [naam medeverdachte 2] die op de plaats delict aanwezig was schijnend met een zaklamp, met in zijn directe nabijheid een telescoopladder en een grote zwarte tas met daarin ‘big shoppers’. Die aanwezigheid past bovenal naadloos in het scenario van de tenlastelegger.
Bij een henneproof in een bovenwoning is een uitkijk met een zaklamp, een ladder en tassen voor het vervoer van de hennepbuit immers noodzakelijk. Ten slotte wordt opgemerkt dat, gelet op het beperkte tijdsverloop tussen de melding en de komst van de politie, de verdachten nog niet waren toegekomen aan het daadwerkelijke wegnemen van de hennep. Dat geen voetsporen zijn aangetroffen raakt het scenario van de tenlastelegger dus evenmin. Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 16 december 2015 te Dordrecht om ongeveer 01.00 uur, in
gedurende de
voorde nachtrust bestemde tijd,
in een woning, gelegen aan [adres delict] (nummer [huisnummer] ), ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen
hennepplanten en/of henneptoppen,
toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
door middel van braak en inklimming,
- via een ladder op het balkon van die woning is geklommen en
- het slot van de balkondeur van die woning heeft geforceerd en
- die woning is binnengegaan
- terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
Poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

Motivering straf

De verdachte heeft samen met een ander geprobeerd vanuit een woning hennepplanten en/of henneptoppen te stelen. Zij zijn op het balkon van die woning geklommen, hebben een deur geforceerd en zijn de woning binnengegaan. De diefstal is niet gelukt, omdat de politie was gewaarschuwd en al snel ter plaatse kwam. Het was zeker niet uitgesloten dat indien de diefstal van de hennep was gelukt, dit andere criminele reacties tot gevolg had gehad.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 maart 2017, waaruit blijkt dat de verdachte weliswaar eerder meermalen is veroordeeld door de strafrechter, maar dat deze veroordelingen van langere tijd geleden dateren en andersoortige feiten betroffen. Het strafblad van de verdachte zal dan ook geen rol spelen bij het bepalen van de strafmaat.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 oktober 2016. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte maakt de indruk goed te kunnen omgaan met stress en problemen om, na een eventuele detentieperiode, zijn leven weer op te pakken. Hij heeft een inkomen uit een vast dienstverband, beschikt over een eigen woning en kent een ondersteunend netwerk. Volgens de reclassering is toezicht op dit moment niet nodig.
Gezien de ernst van het feit zou in beginsel een gevangenisstraf passend zijn. Vanwege het tijdsverloop en gelet op het positieve reclasseringsrapport zal de rechtbank echter volstaan met het opleggen van een taakstraf.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen tot een taakstraf van 180 uren.

Vordering tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 10 december 2014 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van mishandeling veroordeeld voor zover van belang tot een taakstraf van 40 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
Het hierboven bewezen verklaarde feit is na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd.
Door het plegen van het bewezen feit heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
172 (honderdtweeënzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
86 dagen;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 10 december 2014 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf voor de tijd van
40 (veertig) uren, met bevel dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 16 december 2015 te Dordrecht om ongeveer 01.00 uur, in
elk geval gedurende de vor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning, gelegen aan [adres delict] (nummer [huisnummer] ), alwaar
verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond(en),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen
een (grote) hoeveelheid, althans een of meer, hennepplant(en) en/of
henneptop(pen), althans enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededaders
en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik te brengen
door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- al dan niet via een touwladder op het balkon van die woning is geklommen
en/of
- met een breekvoorwerp het slot van de balkondeur van die woning heeft
geforceerd en/of
- die woning is binnengegaan en/of
- een aantal (knip)scharen en/of een vuurwapen en/of een stroomstootwapen
en/of een bivakmuts die woning mee naar binnen heeft genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.