ECLI:NL:RBROT:2017:2872

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
5308277 CV EXPL 16-6443
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid huurder voor schade door illegale energieafname ten behoeve van hennepkwekerij

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 13 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en een gedaagde huurder. Stedin vorderde betaling van een schadevergoeding van € 19.267,07 van de gedaagde, die aansprakelijk werd gesteld voor illegale energieafname ten behoeve van een hennepkwekerij die in de huurwoning was aangetroffen. De procedure begon met een dagvaarding op 12 augustus 2016, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Stedin verzorgde het transport van energie naar de woning van de gedaagde, waar op 22 januari 2015 een hennepkwekerij werd ontdekt. De politie deed aangifte van diefstal van energie, waarbij werd vastgesteld dat de gedaagde illegaal elektriciteit afnam door de verzegeling van de hoofdaansluitkast te verbreken. Stedin stelde de gedaagde aansprakelijk voor de kosten van de illegale afname, die in totaal € 18.920,26 bedroegen, en voor bijkomende kosten van € 346,81 voor het afsluiten van de energieaansluiting.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde als huurder verantwoordelijk was voor de schade die Stedin had geleden door de illegale afname van elektriciteit. De rechter wees de vordering van Stedin toe, omdat de gedaagde niet voldoende had onderbouwd dat hij niet de huurder was en dat hij geen overeenkomst met Stedin had gesloten. De rechter concludeerde dat de gedaagde aansprakelijk was voor de schade en veroordeelde hem tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 5308277 CV EXPL 16-6443
uitspraak: 13 april 2017

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Stedin Netbeheer B.V.,

gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. A. Ester,
tegen

[gedaagde],

wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
gemachtigde: mr. K.A. Krikke.
Partijen worden hierna aangeduid als Stedin en [gedaagde].

Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter heeft kennisgenomen:
1. het exploot van dagvaarding van 12 augustus 2016, met producties;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek, met producties;
4. de conclusie van dupliek.

Omschrijving van het geschil

1. De feiten

1.1
Door E-On is vanaf 2 november 2010 energie geleverd aan het adres [straat- en plaatsnaam]
. De huurovereenkomst betreffende de woning aan de [straat- en plaatsnaam] (hierna: de woning) van 24 februari 2010 vermeldt als verhuurder: [naam stichting] en als huurder: [gedaagde]. Voorts vermeldt de huurovereenkomst als rekeningnummer van huurder: bankrekeningnummer [bankrekeningnummer].
1.2
Stedin verzorgt het transport van energie. Indien de door de meters geregistreerde afname van energie minder is dan de geregistreerde invoeding van elektriciteit in dezelfde periode in haar netdeel dient Stedin de ontbrekende kilowatturen in te kopen, het zogeheten ‘netverlies’
1.3
Op 22 januari 2015 heeft de politie in de woning een hennepkwekerij aangetroffen.
1.4
Op 30 januari 2015 werd door een medewerker van Stedin aangifte van diefstal van energie gedaan. De aangifte luidt – voor zover relevant – als volgt:
“Bij controle van de netcomponenten (hoofdleiding, aansluiting en meetinrichting) van Stedin Netbeheer BV en de elektrische installatie in de meterkast van dat pand zag ik dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken en verwijderd was. Tevens was het deksel van de hoofdaansluitkast verwijderd. […] Ik zag dat de hoofdzekering(en) […] verzwaard waren. Door deze hoofdzekeringen te verzwaren kan er een grotere hoeveelheid elektrisch vermogen afgenomen worden. Ik zag dat er aan de bovenzijde van de hoofdzekering(en) een illegale aansluiting was bijgeplaatst en aangesloten. Deze illegale aansluiting zat aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze illegale aansluiting werd afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd.
[…]
Bij het volgen van die illegale aansluiting zag ik dat deze uitkwam in een onderverdeling van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerij ongemeten van elektriciteit werd voorzien.
Het witte filtermateriaal van de aanwezige koolstoffilter was door het gebruik in de hennepkwekerij dermate vervuild op een wijze dat het filter meerdere hennepoogsten in werking moet zijn geweest.
Het filtermateriaal van het koolstoffilter was door het gebruik ter plaatse vervuild.
Dit blijkt onder andere uit het feit dat op de contact plaatsen tussen de
bevestigingsbanden en het koolstoffilter geen vervuiling is aangetroffen.
Ik zag dat het zeil dat op de vloer lag voorzien was van een dikke kalkaanslag, wat
duidt op een langdurige tijd in bedrijf zijn van de hennepkwekerij.
Ook zag ik een grote hoeveelheid vuilniszakken staan, gevuld met restkluiten met
afgeknipte steel en wortel van hennepplanten.
Op de vloer in de hennepkwekerij zag ik droge afvalbladeren en droge resten van
hennepplanten liggen, kennelijk afkomstig van een eerdere hennepoogst.
In de hennepkwekerij zag ik zogenaamde droognetten waarin ik restanten aantrof van
volgroeide hennepplanten afkomstig van een eerdere hennepoogst.
Ook zag ik een fles slaolie staan. Het is mij ambtshalve bekend dat als er henneptoppen geknipt worden met hennepschaartjes deze schaartjes erg gaan plakken en niet meer open kunnen. De enige manier om die scharen te reinigen is gebruik te maken van slaolie.
Bij het in werking zijn van de assimilatielampen gebruikt het voorschakelapparaat 80
Watt aan elektriciteit om de lamp te laten branden, vandaar dat er in de berekening
80 Watt extra berekend wordt.
Nadat ik de apparatuur en de vermogens van de apparatuur van de in werking zijnde
hennepkwekerij genoteerd had heb ik daar een berekening van gemaakt.
[…]
Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Stedin Netbeheer B.V. ingestelde
onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 282.912
kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepkwekerij en eventueel
huishoudelijk verbruik. Buiten de illegaal afgenomen elektriciteit heeft Stedin Netbeheer B.V. kosten gemaakt ten behoeve van onderzoek, herstel en administratie. Deze kosten zijn het gevolg van verwijtbare handelingen, waardoor het registreren van het verbruik is verhinderd. Het totaalbedrag dat de contractant hierdoor aan Stedin Netbeheer B.V. verschuldigd is, bedraagt 18.920,26 Euro vrij van BTW.”
1.5
Stedin heeft [gedaagde] bij nota (inclusief berekening) van 28 januari 2015 aansprakelijk gesteld voor het niet geregistreerd verbruik van energie en bijkomende kosten voor een totaalbedrag van € 18.920,26.
1.6
Stedin heeft [gedaagde] bij brief van 9 juli 2015 aansprakelijk gesteld voor de kosten ad € 346,81 inzake het afsluiten van de energieaansluiting van [gedaagde] aan het adres [straat- en plaatsnaam].
2. De vordering, de grondslag en het verweer
2.1
Stedin heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 19.267,07, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 18.920,26 vanaf 7 februari 2015 tot 17 juli 2015 en over € 19.267,07 vanaf 17 juli 2015 tot aan de dag der algehele voldoening, met proceskostenveroordeling, waaronder nakosten.
2.2
Stedin legt aan haar vordering onrechtmatig handelen dan wel wanprestatie ten grondslag. In de woning is energie afgenomen buiten de meter om. Door deze diefstal van energie lijdt Stedin schade. [gedaagde] is gehouden deze schade te vergoeden indien hijzelf de verzegeling heeft (laten) verbreken en de illegale aansluiting heeft (laten) plaatsen. Daarnaast is [gedaagde] in zijn hoedanigheid van huurder gehouden de schade van Stedin te voldoen. Ten slotte kan [gedaagde] op grond van zijn zorgplicht als contractant met betrekking tot het transport en de levering van elektriciteit zoals omschreven in artikel 4 leden 2, 3 en 6 van de Algemene Voorwaarden 2013, aansprakelijk gehouden worden voor de schade van Stedin. Die schade bestaat uit een bedrag van € 15.464,07 aan netverlies, een bedrag van € 3.456,19 aan kosten technische dienst/fraudemedewerker en het onder 1.6 genoemde bedrag van € 346,81.
2.3
[gedaagde] heeft betwist aansprakelijk te zijn voor de schade van Stedin en heeft daartoe aangevoerd dat hij niet de huurder is van de woning aan de [straat- en plaatsnaam], dat hij geen overeenkomst heeft gesloten met Stedin en dat Stedin haar schadeberekening onvoldoende heeft onderbouwd.

Beoordeling van het geschil

3.1
Ter onderbouwing van haar stelling dat [gedaagde] de huurder is van de woning, heeft Stedin de navolgende producties in het geding gebracht:
- een kopie van de huurovereenkomst d.d. 24 februari 2010 met bijbehorende kopie van de identiteitskaart van [gedaagde],
- een schermafdruk internetbankieren uit het systeem van de verhuurder, waarop vermeld staat dat de huurtermijnen van december 2014 en januari 2015 zijn overgemaakt vanaf bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en
- een kopie klantenkaart Stedin met betrekking tot de energielevering aan het adres van [gedaagde] aan de [straat- en plaatsnaam], welke leveringen werden voldaan via automatische incasso, afgegeven voor hetzelfde bankrekeningnummer [bankrekeningnummer].
Hiertegenover heeft [gedaagde] slechts gesteld dat er sprake moet zijn geweest van misbruik van zijn identiteitsgegevens. [gedaagde] heeft deze stelling echter niet met concrete en specifieke feiten en omstandigheden onderbouwd, hetgeen wel van hem verwacht had mogen worden. Zo heeft [gedaagde] bijvoorbeeld niet gesteld dat hij zijn identiteitsbewijs kwijt is geweest noch heeft hij anderszins een verklaring gegeven voor het feit dat de verhuurder een kopie van zijn identiteitsbewijs heeft. Zijn verweer wordt dan ook als onvoldoende gemotiveerd verworpen. Het moet er daarom voor worden gehouden dat [gedaagde] met ingang van 1 maart 2010 de huurder is van de woning aan de [straat- en plaatsnaam].
3.2
[gedaagde] heeft onbetwist gelaten dat hij met E-On een overeenkomst heeft gesloten met betrekking tot de levering van energie aan de woning. Op grond van het systeem van de Elektriteitswet 1998 is daarmee ook een (transport)overeenkomst tussen Stedin en [gedaagde] tot stand gekomen. Immers, het mag algemeen bekend worden geacht dat bij de levering van energie er altijd sprake is van het sluiten van twee overeenkomsten door de afnemer, te weten: één overeenkomst met de energieleverancier en één overeenkomst met de netbeheerder. De afnemer sluit een overeenkomst met de gekozen leverancier, in dit geval E-On, voor de levering van de energie. Vervolgens wordt Stedin door de leverancier op de hoogte gebracht en in dat kader komt een overeenkomst tot stand tussen afnemer, [gedaagde], en de (niet ter vrije keuze staande) netbeheerder Stedin voor het transport van de energie en de aansluiting.
Op [gedaagde] rustte als partij bij de transportovereenkomst met Stedin een zorgplicht ten aanzien van de aan Stedin in eigendom toebehorende energiemeter in de woning. Op basis van deze zorgplicht diende hij erop toe te zien dat de zegels van de meter niet werden verbroken en dat er niet op illegale wijze stroom werd afgetapt in de woning. Hieraan doet niet af dat [gedaagde] – zoals hij stelt – niet woonachtig is geweest in de woning (zie arrest Hof Den Haag 17 november 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3090).
Los van de vraag of de door Stedin gehanteerde algemene voorwaarden van toepassing zijn op de contractuele relatie tussen partijen heeft [gedaagde] zich niet als een goed bewaarnemer gedragen nu de zegels zijn verbroken en er illegaal stroom is afgetapt. Dit heeft als gevolg dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de schade die Stedin lijdt door de niet geregistreerde afname van elektriciteit.
3.3
Stedin heeft de door haar geleden schade berekend op € 18.920,26 (zie nota 1.5). Stedin heeft deze berekening onderbouwd aan de hand van de in het geding gebrachte aangifte (zie 1.4), van foto’s en van een rapport van de Universiteit van Wageningen waarin het groeiproces van hennepplanten wordt beschreven. Door [gedaagde] is de hoogte van de schade betwist nu er volgens hem geen sprake kan zijn geweest van acht oogsten. Hieromtrent overweegt de kantonrechter als volgt.
Stedin is door de handelwijze van [gedaagde] in de positie gebracht dat zij de illegale stroomafname heeft moeten schatten. Gezien de gedocumenteerde wijze waarop Stedin dat heeft gedaan (onder verwijzing naar de in de woning aangetroffen plantenresten, de mate van vervuiling van de koolstoffilters in combinatie met hun levensduur, de productiedatum van de aangetroffen assimilatielampen en de plaatsen en mate van de aangetroffen kalkaanslag en schimmel), mocht van [gedaagde] worden verwacht dat hij daartegenover zijn betwisting deugdelijk zou motiveren. De enkele stelling dat niet is komen vast te staan dat sprake is geweest van acht oogsten, is daartoe onvoldoende. Ook dit verweer van [gedaagde] wordt daarom als onvoldoende gemotiveerd gepasseerd. De gevorderde schade ad € 18.920,26 zal dan ook worden toegewezen.
3.4
De tevens gevorderde schade ad € 346,81 is door [gedaagde] niet betwist zodat dit bedrag eveneens zal worden toegewezen.
3.5
Ook de gevorderde wettelijke rente zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
3.6
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Stedin bepaald op € 96,01 aan dagvaardingskosten, € 322,- aan vast recht, € 619,- + € 329,79 aan beslagkosten en € 1.052,- aan salaris voor de gemachtigde.
De apart gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.

Beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Stedin tegen kwijting te betalen € 19.267,07, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over een bedrag van € 18.920,26 vanaf
7 februari 2015 tot 17 juli 2015 en over een bedrag van € 19.267,07 vanaf 17 juli 2015 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Stedin vastgesteld op € 1.366,80 aan verschotten, € 1.052,- aan salaris voor de gemachtigde en
€ 131,- aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,- aan kosten voor betekening onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing, inclusief btw;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
745