In deze zaak vordert [eiseres] een verklaring voor recht dat Woonstad, als eigenaar van een (portiek)woning, onrechtmatig heeft gehandeld door de gebrekkige toestand van de opstap voor de woning, wat heeft geleid tot haar val en de daaruit voortvloeiende schade. De val vond plaats op 21 januari 2011, toen [eiseres] bij de bewoner van de woning op bezoek was. Na de val, die resulteerde in een gebroken linkerbeen, heeft [eiseres] Woonstad aangeklaagd op basis van artikel 6:174 BW (aansprakelijkheid voor gebrekkige opstal) en artikel 6:162 BW (onrechtmatige daad). Woonstad betwist de gebrekkigheid van de opstap en stelt dat de omstandigheden van de val niet wijzen op onrechtmatig handelen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waaronder de fysieke toestand van de opstap ten tijde van de val en de veiligheidsmaatregelen die Woonstad had kunnen treffen. De rechtbank concludeert dat de opstap niet gebrekkig was en dat Woonstad niet onrechtmatig heeft gehandeld. De vorderingen van [eiseres] worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van Woonstad.