Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
MR. [curator] Q.Q., in haar hoedanigheid van curator in het faillissement van
STELLA GIOIA B.V.,
1.De procedures
In de zaak 15-1062
- de dagvaarding van 28 september 2015, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis (de brief) van 20 januari 2016, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de brieven van de zijde van Expo Börse van 3 maart 2016 en 11 januari 2017, waarbij producties in het geding zijn gebracht;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 27 januari 2017;
- de ter zitting door mr. Verlinden-Masson (Expo Börse) overgelegde toelichting;
- de ter zitting door mr. Delhaas (de Stichting) overgelegde aantekeningen;
- het faxbericht van mr. Verlinden-Masson van 31 januari 2017, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt;
- het faxbericht van mr. Delhaas van 21 februari 2017, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt.
- het vonnis in incident van de rechtbank Den Haag van 18 mei 2016 (waarin de zaak is verwezen naar de rechtbank Rotterdam, teneinde te worden gevoegd met de zaak 15-1062) en de aan dat vonnis ten grondslag liggende processtukken;
- de conclusie van antwoord van de zijde van Joystar Beheer, met producties;
- het tussenvonnis (de brief) van 19 oktober 2016, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van de zijde van Expo Börse van 11 januari 2017, waarbij producties in het geding zijn gebracht;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 27 januari 2017;
- de ter zitting door mr. Verlinden-Masson (Expo Börse) overgelegde toelichting;
- het faxbericht van mr. Verlinden-Masson van 31 januari 2017, waarin opmerkingen over het proces-verbaal zijn gemaakt.
2.De feiten
blijkens haar administratie krachtens een bestaande rekening-courant verhouding, onder de condities genoegzaam bekend tussen pandhouder en de pandgever[Stella Gioia]
waarvan blijkt uit een aandeelhoudersbesluit de dato zesentwintig februari tweeduizend tien, waarvan een kopie aan deze akte wordt gehecht, te vorderen heeft van de pandgever, vestigt de pandgever zoals overeengekomen ten behoeve van de pandhouder een pandrecht, eerste in rang, op het navolgende onderpand.
.
een cessie van de vordering groot € 203.635,50 van Stella Gioia B.V. (verder: Stella) op cliënte aan Joystar Beheer B.V. (verder: Joystar) en bijbehorende mededeling hiervan aan de Stichting Beheer Derdengeld van [stichting] (verder: Stichting)
een (volgens mr. [advocaat] bestaande maar niet door de deken bevestigde) cessie van de toekomstige vordering van Stella op de Stichting aan Joystar en bijbehorende mededeling hiervan aan de Stichting,
de vestiging op 2 april 2014 - door Stella en Joystar ten gunste van Joystar - van een pandrecht op de vordering van Stella op cliënte, en
de vestiging op 4 april 2014 - door Stella en Joystar ten gunste van Joystar - van een pandrecht op de (toen toekomstige) vordering van Stella op de Stichting, en
iedere andere onverplichte rechtshandeling door Stella, Joystar en/of de Stichting die cliënte thans nog niet bekend is waardoor cliënte in haar verhaalsmogelijkheden wordt/is benadeeld, terwijl de betrokken partijen wisten of moesten weten dat die benadeling het gevolg zou zijn van die rechtshandeling(en).
3.De geschillen
In de zaak 15-1062
4.De beoordeling
- Expo Börse een grote en onbetwiste tegenvordering had op Stella Gioia,
- de cessie vernietigbaar was en geen enkel ander doel had dan een gerechtvaardigde beslaglegging door Expo Börse te frustreren,
- Stella Gioia, gelet op haar slechte financiële situatie, geen ander adequaat verhaal zou bieden.
4.000,00(2,0 punten × tarief € 2.000,00)
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)