Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 december 2016, met producties genummerd 1 tot en met 12;
- de incidentele conclusie tot het stellen van zekerheid van 1 maart 2017;
- de conclusie van antwoord in het incident van 15 maart 2017.
2.Het geschil
In de hoofdzaak
169.480,83 aan facturen in Amerikaanse dollars althans het equivalent van dat bedrag in euro’s tegen de op dat moment geldende wisselkoers (volgens de koersconverter op https://www.gwktravelex.nl/koersconverter), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag van verzuim tot de dag der algehele voldoening, althans een door U E.A. in goede justitie te bepalen bedrag;
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
€ 7.894,-(zegge: zevenduizend achthonderdvierennegentig euro), ter zake van de proceskosten tot betaling waarvan zij veroordeeld kan worden ten behoeve van IPS, uiterlijk
woensdag 24 mei 2017door middel van storting op de derdengeldrekening van Fruytier Lawyers in Business (IBAN NL07 FVLB 0226675602, BIC FVLBNL22), dan wel door het stellen van een bankgarantie,
woensdag 7 juni 2017voor akte uitlating door IPS over de vraag of zekerheid is gesteld en, zo ja, tevens te concluderen voor antwoord.