ECLI:NL:RBROT:2017:3742

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 mei 2017
Publicatiedatum
17 mei 2017
Zaaknummer
5345235 CV EXPL 16-6862
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een bedrag in het kader van een geschil over een energieovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Hoist Kredit AB, eiseres, en een gedaagde die in persoon procedeerde. Hoist heeft gevorderd dat de gedaagde een bedrag van € 383,81, vermeerderd met wettelijke rente, aan haar zou betalen. Dit bedrag was gebaseerd op een vermeende overeenkomst tussen de gedaagde en Energiedirect B.V. voor de levering van energie. Hoist heeft de vordering van Energiedirect op de gedaagde overgenomen. De gedaagde betwistte echter de totstandkoming van de overeenkomst en voerde aan dat zij nooit het aanbod van Energiedirect had aanvaard. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder de inleidende dagvaarding, de conclusie van antwoord, repliek en dupliek.

De rechter oordeelde dat Hoist onvoldoende bewijs had geleverd voor de stelling dat er een overeenkomst was gesloten tussen de gedaagde en Energiedirect. De communicatie van Energiedirect werd als misleidend ervaren, waarbij de indruk werd gewekt dat er al een overeenkomst was gesloten, terwijl de gedaagde dit betwistte. De kantonrechter concludeerde dat er geen rechtsgeldige overeenkomst was ontstaan en dat Hoist daarom geen aanspraak kon maken op betaling. Wel werd geoordeeld dat de gedaagde een bedrag van € 72,20 verschuldigd was voor zonder titel geleverde energie. Hoist werd veroordeeld in de proceskosten, aangezien zij als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. De vorderingen werden in processuele zin verrekend, waardoor geen uitvoerbaarheid bij voorraad werd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 5345235 CV EXPL 16-6862
uitspraak: 11 mei 2017

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

de rechtspersoon naar buitenlands recht Hoist Kredit AB,

gevestigd te Stockholm, Zweden,
eiseres,
gemachtigde: GGN mastering credit,
tegen

[gedaagde],

wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
in persoon procederend.
Partijen worden hierna aangeduid als Hoist en [gedaagde].

Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
1. de inleidende dagvaarding van 26 augustus 2016, met productie;
2. de conclusie van antwoord, met producties;
3. de conclusie van repliek, met producties;
4. de conclusie van dupliek, met producties.

Omschrijving van het geschil

1. De vordering, de grondslag en het verweer

1.1
Hoist heeft gevorderd om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 383,81, vermeerderd met de wettelijke rente over
€ 322,20 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten.
De vordering is gespecificeerd als volgt:
€ 100,00 voorschotbedragen ad € 25,00 per maand;
€ 220,20 eindnota (periode 16 oktober 2015 t/m 4 februari 2016 incl. opzegvergoeding)
€ 3,13 verschenen rente
€ 58,48 buitengerechtelijke incassokosten.
1.2
Aan haar vordering legt Hoist nakoming van de overeenkomst ten grondslag.
[gedaagde] heeft met Energiedirect B.V. (hierna: Energiedirect) een overeenkomst gesloten inzake de levering van energie. [gedaagde] heeft over de periode van 16 oktober 2015 tot en met
4 februari 2016 energie geleverd gekregen van Energiedirect. [gedaagde] dient hiervoor te betalen.
Daarnaast is [gedaagde] vanwege de voortijdige beëindiging van de overeenkomst een opzegvergoeding verschuldigd.
Energiedirect heeft haar (vermeende) vordering op [gedaagde] gecedeerd aan Hoist.
1.3
[gedaagde] concludeert tot afwijzing met veroordeling van Hoist in de kosten van de procedure. [gedaagde] betwist de gestelde overeenkomst.

De beoordeling van het geschil

2.1
Hoist is gevestigd te Zweden. Zij heeft een vordering overgenomen die Energiedirect pretendeert te hebben op [gedaagde]. Deze partijen zijn beiden in Nederland gevestigd, zodat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en op de overeenkomst Nederlands recht van toepassing is.
2.2
Energiedirect stelt dat tussen haar en [gedaagde] een overeenkomst tot stand is gekomen op de volgende wijze.
Energiedirect heeft [gedaagde] op 1 oktober 2015 een e-mail (productie bij antwoord aangeduid als ‘e-mail 4’) gestuurd met een aanmelding. De tekst van deze e-mail luidt, voor zover relevant:
(…) Wat fijn dat je klant wilt worden bij Energiedirect.nl. Je bent slechts één stap verwijderd van je beste deal voor stroom en/of gas.
(…) Graag ontvangen we binnen 3 dagen de bevestiging van het aanbod van Energiedirect.nl om je aanmelding af te ronden.
(een vierkant vlak met daarin de tekst ‘bevestiging van je aanmelding’, waarop kennelijk geklikt kan worden) (…)
[gedaagde] heeft zich aangemeld en daardoor is de overeenkomst tot stand gekomen. Dat [gedaagde] zich heeft aangemeld blijkt uit een e-mail overzicht van Energiedirect (productie 2 bij antwoord), waarin bij de datum 1 oktober 2015 staat ‘gefeliciteerd je bent aangemeld’.
2.3
[gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat zij het aanbod van Energiedirect heeft aanvaard. Zij voert in dit verband het volgende aan. Er kwam een colporteur bij mij aan de deur die ik mijn e-mailadres heb gegeven voor het sturen voor informatie. Ik heb nooit het aanbod van Energiedirect geaccepteerd; niet mondeling aan de deur en niet per e-mail.
2.4
Hoist neemt in deze procedure een ander standpunt in dan Energiedirect in haar correspondentie met [gedaagde]. Een medewerker van Energiedirect deelt [gedaagde] in een e-mail (productie 3 bij repliek) voor zover relevant, het volgende mee:
In je telefoongesprek met mijn collega op 20 november 2015 geef je aan dat Energiedirect.nl je ten onrecht heeft aangemeld voor de levering van stroom en gas (…)
Op 1 oktober 2015 ben je een mondelinge overeenkomst aangegaan met energiedirect.nl (…) Om deze overeenkomst te bevestigen hebben we je een e-mail gestuurd (…) op 01-10-2015 20:15:04 is deze bevestigd. In dit bericht bevestigen wij de start van de overeenkomst per 16 oktober 2015 en wij geven aan hoe je, binnen de daarvoor gestelde periode, de overeenkomst kosteloos kunt annuleren. Wij hebben echter geen annulering mogen ontvangen. De overeenkomst die je met energiedirect bent aangegaan op 16 oktober 2015 is hierdoor rechtsgeldig.
2.5
Wat opvalt is dat de medewerker van Energiedirect een mondelinge overeenkomst als uitgangspunt neemt. Dat past bij de e-mail van 1 oktober 2015 (zie 2.2) waarop Hoist zich in deze procedure baseert. Deze e-mail spreekt over een ‘bevestiging van een aanmelding’. Kennelijk was er in de visie van Energiedirect al een overeenkomst gesloten. Dat er al een aanmelding was, heeft [gedaagde] betwist. Zij heeft eveneens betwist dat zij ‘de aanmelding heeft bevestigd’, zoals verzocht is in de e-mail van 1 oktober 2015. Hoist heeft ter onderbouwing van de gestelde ‘bevestiging van de aanmelding’ gewezen op een signalering in het systeem van Energiedirect (productie pag. 3 bij antwoord). Dat is onvoldoende. Van Hoist kan, gelet op de hiervoor geschertste omstandigheden, worden verlangd dat zij een van [gedaagde] afkomstige acceptatie kan overleggen.
2.6
In deze zaak is van belang dat Energiedirect er alles aan heeft gedaan om [gedaagde] op het verkeerde been te zetten. Eerst is [gedaagde] aan de deur benaderd met ‘vrijblijvende informatie’ die per mail zou worden gestuurd (dat betwist Hoist niet in deze procedure) en vervolgens wekt Energiedirect in haar e-mail de indruk dat er reeds een overeenkomst is gesloten door al over een ‘aanmelding’, ‘bevestiging van het aanbod’ en ‘bevestiging van aanmelding’ (zie 2.2) te spreken. Deze procedure en het onduidelijke en verhullende taalgebruik is voor een consument uiterst misleidend.
2.7
Nu Hoist onvoldoende heeft onderbouwd dat er tussen Energiedirect en [gedaagde] een overeenkomst is ontstaan, kan Hoist geen aanspraak maken op betaling op grond van een overeenkomst.
2.8
[gedaagde] biedt terecht aan dat zij gemaakte kosten wel wil vergoeden. Als er geen overeenkomst is gesloten, heeft Energiedirect energie geleverd, terwijl zij dat niet verplicht was. [gedaagde] is daarmee verrijkt en Energiedirect is verarmd.
Energiedirect heeft de eindafrekening overgelegd bij productie 4 bij repliek.
Deze eindafrekening sluit op € 222,20. De termijnbedragen van € 100,00 heeft [gedaagde] echter niet betaald, zodat dit bedrag niet verrekend kan worden. Uitgegaan moet dus worden van een bedrag van € 322,20. In dit bedrag is een opzegvergoeding van € 250,00 in rekening gebracht. Nu er geen overeenkomst tussen Energiedirect tot stand is gekomen, viel er niets op te zeggen, zodat [gedaagde] dit bedrag in geen geval verschuldigd kan zijn.
[gedaagde] is voor leverantie van energie dus € 72,20 (€ 322,20 - € 250,00) verschuldigd als vergoeding voor zonder titel geleverde energie. Rente en kosten zijn niet verschuldigd, reeds omdat [gedaagde] is aangemaand om een te hoog bedrag te betalen.
2.9
Hoist wordt als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden tot heden begroot op € 72,20 (eenmaal bezoek aan de rechtbank en twee schriftelijke stukken).
2.1
Omdat beide partijen evenveel aan elkaar moeten betalen, zijn de vorderingen in processuele zin verrekend, zodat geen aanleiding bestaat het vonnis of een deel daarvan uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om € 72,20 aan Hoist te betalen;
veroordeelt Hoist in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 72,20;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
457/745