ECLI:NL:RBROT:2017:3752
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- M.G.L. de Vette
- A.L.M. van 't Laar
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake herziening ouderdomspensioen op basis van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 18 mei 2017 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker wiens ouderdomspensioen door de Sociale verzekeringsbank (SVB) was herzien. Het primaire besluit van 10 februari 2017 leidde tot de herziening van het ouderdomspensioen voor een ongehuwde naar dat voor een gehuwde, wat verzoeker betwistte. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 29 maart 2017, heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 10 mei 2017 is verzoeker verschenen met zijn gemachtigde, terwijl de SVB vertegenwoordigd was door haar gemachtigde en een derde. De voorzieningenrechter overwoog dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Verzoeker had aanvankelijk verzocht om vrijstelling van het griffierecht, wat later werd toegewezen. De rechter concludeerde dat verzoeker sinds 1997 van tafel en bed gescheiden leeft van zijn echtgenote, maar dat er onvoldoende bewijs was dat er geen duurzaam gescheiden leven meer was. De voorzieningenrechter oordeelde dat het bestreden besluit naar verwachting niet in stand zou blijven en dat er aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening. De SVB werd veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 990,-. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.