Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 160 uren, subsidiair 80 dagen hechtenis, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
4.Waardering van het bewijs
dachtdat zijn verkeerslicht groen was. De getuige [naam getuige 3] heeft verklaard dat zowel zijn verkeerslicht als het verkeerslicht van de verdachte, in de rijbaan naast hem, groen waren toen hij in de richting van de kruising reed. Een afstand tussen hem en de verkeerslichten heeft [naam getuige 3] hierbij niet kunnen geven. [naam getuige 3] heeft verder verklaard dat hij, op het moment dat hij de oversteekplaats passeerde, de verdachte zag passeren met een geschatte snelheid van 80 km/u. Hierna reed [naam getuige 3] verder met zijn auto linksaf de kruising op.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Verdachte heeft er ter terechtzitting blijk van gegeven dat hij de ernst van het door hem aan het slachtoffer aangedane leed inziet. Ook kampt hij zelf nog met psychische gevolgen van het incident, waardoor hij niet van zijn, kort na het feit aangevangen, pensioen kan genieten. Verdachte heeft contact opgenomen met het slachtoffer om zijn medeleven te betuigen maar verdere contacten hebben niet plaatsgehad omdat het slachtoffer deze zou hebben afgehouden.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
6 (zes) maanden;
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 (twee) jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;