ECLI:NL:RBROT:2017:4067

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 februari 2017
Publicatiedatum
29 mei 2017
Zaaknummer
10/770013-13 ontneming vonnis
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van oproeping in ontnemingszaak

Op 2 februari 2017 vond de terechtzitting plaats in de ontnemingszaak tegen de veroordeelde, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. T.S. Kessel. De officier van justitie, mr. C.J.A. van der Maas, had een vordering ingediend op basis van artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht. Deze vordering betrof het vaststellen van het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel, dat geschat werd op een maximum van € 1.095,51, en de verplichting voor de veroordeelde om dit bedrag aan de staat te betalen.

De verdediging voerde aan dat de oproeping nietig was, omdat deze niet op de juiste wijze aan de verdachte was betekend. De rechtbank heeft dit standpunt beoordeeld en vastgesteld dat er geen bewijs was dat de oproeping volgens de wettelijke vereisten aan de verdachte was betekend. Bovendien was de verdachte niet verschenen op de terechtzitting.

Op basis van deze bevindingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat de oproeping nietig is. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer van de rechtbank Rotterdam, bestaande uit voorzitter mr. J.H. Janssen en de rechters mrs. E.G. Fels en M. Cupido. Het vonnis werd uitgesproken op 16 februari 2017, waarbij de jongste rechter niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 1
Parketnummer:10/770013-13
Datum uitspraak: 2 februari 2017
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, op de vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht van de officier van justitie in de zaak tegen de veroordeelde:

[naam veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats veroordeelde] op [geboortedatum veroordeelde] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres veroordeelde] , [woonplaats veroordeelde] ,
Raadsman mr. T.S. Kessel, advocaat te Dordrecht.

Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 februari 2017.

Vordering

De vordering van de officier van justitie, mr. C.J.A. van der Maas, strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en tot het opleggen aan de veroordeelde van de verplichting tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter ontneming van dat geschatte voordeel tot een maximum van € 1.095,51,-.

Geldigheid oproeping

Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de oproeping nietig is, nu deze onjuist aan de verdachte betekend is.
Beoordeling
Niet is gebleken dat de oproeping op de bij de wet voorgeschreven wijze aan verdachte is
betekend en de verdachte is niet ter terechtzitting verschenen.
Conclusie
De oproeping is nietig.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de oproeping nietig.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. E.G. Fels en M. Cupido, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Hemert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 februari 2017.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.