Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de impliciet primair ten laste gelegde moord;
- bewezenverklaring van de impliciet subsidiair ten laste gelegde doodslag;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede bepaling dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld, met bevel tot verpleging van overheidswege.
4.Vrijspraak moord
5.Bewijs en bewezenverklaring doodslag
Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid feit en strafbaarheid verdachte
7.Kwalificatie
8.Motivering straf en maatregel
9.Benadeelde partijen
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren;
ter beschikking wordt gesteld;
van overheidswege wordt verpleegd;
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen een bedrag van
€ 7.250,12(zegge: zevenduizendtweehonderdvijftig euro en twaalf cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 7.250,12(zegge: zevenduizendtweehonderdvijftig euro en twaalf cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 7.250,12 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
71 dagen; toepassing van de
vervangende hechtenisheft de betalingsverplichting niet op.
veroordeelt de verdachte, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen een bedrag van
€ 335,-(zegge: driehonderdvijfendertig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 7 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 335,-(zegge: driehonderdvijfendertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 335,-
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
6 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.
wijst de vordering van de benadeelde partij, voor zover deze betrekking heeft op verhuiskosten van € 5.892,-, af;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 5] te betalen
€ 190,30(zegge: honderdnegentig euro en dertig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 190,30 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
3 dagen; toepassing van de
vervangende hechtenisheft de betalingsverplichting niet op.