Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 augustus 2016 met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie met producties;
- de oproepingsbrief van 14 december 2016 van deze rechtbank, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de akte overlegging nadere stukken, conclusie van antwoord in reconventie en comparitie aantekeningen met producties;
- het proces-verbaal van comparitie van 23 februari 2017;
- de brief van 13 maart 2017 van [gedaagde] naar aanleiding van het proces-verbaal;
- de brief van 14 maart 2017 van HSI in reactie op laatstgenoemde brief;
- de brief van deze rechtbank van 20 maart 2017 in reactie op de twee laatstgenoemde brieven, waarin onder meer staat vermeld dat de bij brief van 13 maart 2017 door [gedaagde] toegezonden productie niet tot de processtukken behoort.
2.De feiten
Schade bedrag BC spray volgens onze credit order 201610625’
Beste [persoon] ,
3.Het geschil
in conventie
I. [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de door HSI geleden schade veroorzaakt door het middel BC Spray, als omschreven in het lichaam van de dagvaarding, ten bedrage van € 7.736,42 (€ 5.000,-- plus € 2.736,42), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
te verklaren voor recht dat de overeenkomst(en) tot stand is (zijn) gekomen door bedrog, als beschreven in het lichaam van de dagvaarding, op grond waarvan de overeenkomst(en) is (zijn) vernietigd;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 18.008,42, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
te verklaren voor recht dat de overeenkomst(en) tot stand is (zijn) gekomen door dwaling, als beschreven in het lichaam van de dagvaarding;
de overeenkomst(en) wegens dwaling te vernietigen;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 18.008,42, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
te verklaren voor recht dat [gedaagde] in strijd heeft gehandeld met de overeenkomst(en), als beschreven in het lichaam van de dagvaarding;
de overeenkomst(en) te ontbinden;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van de schade ten bedrage van € 18.008,42, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
te verklaren voor recht dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens HSI, als beschreven in het lichaam van de dagvaarding;
[gedaagde] te veroordelen tot betaling van de schade ten bedrage van € 18.008,42, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening.
veroordeling van [gedaagde] in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.032,45;
veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, waaronder mede begrepen het salaris van de advocaat van eiseres, onder bepaling dat de kosten binnen 14 dagen na het in deze procedure te wijzen vonnis zullen worden voldaan, bij gebreke waarvan gedaagde in verzuim is en de wettelijke handelsrente over deze kosten is verschuldigd met ingang van de dag van het verzuim tot aan de dag der algehele voldoening;
[gedaagde] te veroordelen in de nakosten van deze procedure ten bedrage van respectievelijk € 131,-- zonder betekening en € 199,-- met betekening.”
4.De beoordeling
in conventie
- dagvaarding € 77,75
- griffierecht € 1.929,00
- salaris advocaat
5.De beslissing
2868/2053