Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, alsmede het opleggen van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
4.Waardering van het bewijs
heeftvervaardigd/aangemaakt en/of
heeftgeplaatst/laten plaatsen en/of
heeftonderhouden en/of (daarbij) afspraken
heeftgemaakt over de bezichtiging en/of aankoop en/of prijs van deze auto en/of
heeftgelokt/laten komen en/of
heeftgehad (en aldaar deze potentiele koper
heeftopgewacht);
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
€ 3100,-- afhandig gemaakt. Enkele weken later heeft de verdachte zich voorts schuldig gemaakt aan de voorbereiding van een tweede beroving waarbij de verdachte tot aan zijn aanhouding dezelfde werkwijze heeft gevolgd als bij de voltooide beroving zoals ten laste gelegde onder 1. Bij zijn aanhouding droeg de verdachte bovendien een stroomstootwapen en een gaspistool op zijn lichaam, klaarblijkelijk bedoeld om te gebruiken bij de tweede voorgenomen beroving.
8.Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
[naam benadeelde 1], gevestigd te Alphen aan den Rijn, ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 3100,-- aan materiële schade.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 28 (achtentwintig) maanden;
12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
[naam benadeelde 1], gevestigd te Alphen aan den Rijn, te betalen een bedrag van
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1], gevestigd te Alphen aan den Rijn, te betalen
€ 3100,--(hoofdsom,
zegge: eenendertighonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
41 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;