Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, alsmede het opleggen van bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
toe-eigeningweg te nemen een portemonnee en/of geld en/of
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
[naam benadeelde 1], gevestigd te Amsterdam, ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.885,46 aan materiële schade.
[naam benadeelde 2], gevestigd te Utrecht, ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2806,62 aan materiële schade.
[naam benadeelde 3]te Eindhoven ter zake van het onder 1 ad informandum gevoegde feit waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 269,31 aan materiële schade.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
12 (twaalf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
verklaart de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]niet-ontvankelijk in de vordering;
€ 2806,62 (zegge: achtentwintighonderd en zes euro en tweeënzestig cent), aan materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 269,31 (zegge: tweehonderdnegenenzestig euro en eenendertig cent), aan materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 3]te betalen
(zegge: tweehonderdnegenenzestig euro en eenendertig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5 dagen;
toe-eigeningweg te nemen een portemonnee en/of geld en/of