Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
gevaarvoor een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van de verdachte, doordat het slachtoffer de verdachte met opgeheven hand naderde, kunnen de daarop volgende handelingen van de verdachte niet worden aangemerkt als verdedigingshandelingen. Het trekken van een pistool en het direct daarmee schieten vanaf een afstand van nog geen meter op het (ongewapende) slachtoffer moeten naar de kern bezien als aanvallende handelingen worden beschouwd. Het beroep op noodweer wordt dan ook verworpen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar;
€ 2.375,99 (zegge: tweeduizend driehonderd vijfenzeventig euro en negenennegentig eurocent), bestaande uit € 375,99 aan materiële schade en € 2.000, - aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.375,99(hoofdsom,
zegge: tweeduizend driehonderd vijfenzeventig euro en negenennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 februari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.375,99 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
33 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.