Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 september 2016, met producties 1 tot en met 11;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 4;
- de brief van de rechtbank van 29 maart 2017 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 mei 2017;
- de reactie van 9 juni 2017 van de gemeente Rotterdam op het proces-verbaal van de comparitie van partijen.
2.De feiten
Het handhaven van de gesloten huurovereenkomsten heeft in het verleden reeds de nodige problemen gegeven; achteraf blijken namelijk niet alle kandidaathuurders daadwerkelijk kermisexploitant te zijn.
- huurders dienen te voldoen aan de inhoud van de artikelen 20 t/m 23, waarvan u de tekst hierbij aantreft, en kandidaathuurders moeten dus aantonen dat zij daadwerkelijk een Rotterdams kermisexploitant zijn;
- aangezien het aantal belangstellenden voor een standplaats groot is, zal voorlopig aan
De gronden van het Terbregsehof worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten en de daarbij behorende opslag- en werkterreinen voor kermisexploitanten. Dit gebeurt al vele jaren en is in het verleden toegestaan. In zoverre is dus sprake van een legale situatie tenzij er in het verleden bouw- of omgevingsvergunningplichtige bouwwerken zijn gerealiseerd, zonder dat daar vergunning voor is verleend. Het terrein wordt echter tevens bewoond door (ex)kermisexploitanten, een gebruik dat niet is toegestaan aangezien de locatie geen bestemming "wonen" of "woondoeleinden" kent. Dit gebruik is dus onmiskenbaar strijdig met het geldende bestemmingsplan. Dat dit gebruik in het verleden oogluikend is toegestaan, doet hier niets aan af. Op basis van deze strijdigheid met het bestemmingsplan, hebben wij de bestaande situatie in overweging genomen en zijn wij van oordeel dat hier niet langer in kan worden berust. Voor (al dan niet) permanente bewoning is het terrein niet geschikt omdat het niet voldoet aan de normen voor geluid, lucht- en veiligheidsrisico's. Om deze redenen kon het terrein in het nieuwe bestemmingsplan Terbregsehof (vastgesteld in 2009), ook niet worden bestemd als locatie waar wonen is toegestaan. Dit bijelkaar opgeteld, brengt ons tot het oordeel dat deze situatie niet langer kan worden toegestaan, een oordeel dat geldt voor zowel de illegale woonfunctie als de illegaal opgerichte bebouwing.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ik ben sinds ongeveer een jaar aangesteld als projectmanager om tempo en structuur in de ontwikkeling van beleid omtrent het Terbregsehof te krijgen. Voordien zat er geen projectmanager op dit project. We kijken binnen de gemeente Rotterdam wat de mogelijkheden zijn voor het Terbregsehof. Er is een aantal mogelijkheden. Deze worden voorgelegd aan de burgemeester en aan de wethouder van Wonen en Stedelijke Ontwikkeling. Vervolgens vindt er een bestuurlijk besluitvormingstraject plaats en wordt er één lijn gecommuniceerd aan de bewoners. Het opstellen van het beleid ten aanzien van het Terbregsehof duurt inderdaad lang. Er komt geen eenduidige oplossing uit gesprekken met de verschillende afdelingen van de gemeente Rotterdam. Mijn ervaring is dat integrale besluitvormingsprocessen lang duren. Drie maanden is in deze context voor de gemeente Rotterdam niets, maar ik begrijp dat dat lang duurt voor de bewoners.”
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)