Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
711029-17
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
nazijn bezoek aan het Kruidvat naar de woning van [naam slachtoffer 1] is gereden, daar de brand heeft gesticht en toen is vertrokken, aangezien de uitslaande brand al was gemeld voordat verdachte gelet op bovenstaande tijdlijn bij de woning van [naam slachtoffer 1] was aangekomen en de kans had de gevelbekleding vlam te laten vatten Brandstichting
voor zijn bezoek aan het Kruidvat is evenmin mogelijk, nu [naam achterneef verdachte] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat verdachte na bij hem ( [naam achterneef verdachte] ) te zijn vertrokken de woning van [naam slachtoffer 1] passeerde en buurtbewoners om 12.15 uur geen brand hebben gezien bij de woning van [naam slachtoffer 1] .
'hoe kon je het doen'en
'ik kom langs of jouw beurt komt nog'.
'Hoe kon je het doen'is ook geen bedreiging. Ook het tweede gedachtestreepje kan dus niet worden bewezen.
'Ik sta hier om je op te wachten met spiritus etc.'(vijfde gedachtestreepje). Getuige [naam getuige] bevestigt dat hij op 23 maart 2017 een auto naast een fietser zag rijden en dat [naam slachtoffer 2] naar de bestuurder riep:
'je gaat mij toch niet in de fik steken!'. Verdachte ontkent dat hij tegen haar heeft gezegd dat hij haar in brand zal steken. Hetgeen de getuige heeft gehoord, is niet de bedreiging waarvan verdachte wordt beschuldigd.
Ik heb mezelf niet onder controle.
Ik weet niet wat ik allemaal ga doen" en/of
en
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- de veroordeelde zal zich melden bij het Leger des Heils, afdeling reclassering, zolang en frequent als die reclasseringsinstelling dat noodzakelijk vindt;
- de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact (laten) opnemen, zoeken of hebben met de heer [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum slachtoffer] te Den Haag, zolang de reclassering dat verantwoord vindt;
- de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen voor zijn agressieproblematiek bij Het Dok of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;