Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding alsmede een akte met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het tussenvonnis van 6 juli 2016 waarbij een comparitie is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 31 oktober 2016, waarbij door Eurotransit tevoren toegezonden producties in het geding zijn gebracht;
2.De feiten
Company: Eurotransit B.V.
8/12 12.30
0712 9090 20 danny 8/12 tel.”
rb.) gerichte fax van EWT doorgeleid waarin stond vermeld:
Ref. Commodity Code
gedroogd zoals altijd”.
Lensveld Shipping & Logistics BV, [persoon]’, en door [persoon] namens LV Shipping voor akkoord getekend en gestempeld met het bedrijfsstempel van LV Shipping.
t.a.v. [persoon]’ - zonder vermelding van bedrijfsnaam - met de conclusie: “Alhoewel gedroogd zal de knoflook nog altijd voor de meerderheid uit water bestaan…”. Ahlers heeft dit op 26 juli 2005 aan Eurotransit toegezonden.
Eurotransit heeft naar aanleiding van dit rapport aan Ahlers om een bankgarantie gevraagd omdat de knoflook niet volkomen vochtvrij was.
Vlaardingen Holding heeft daartoe het (50%) aandeel van Ahlers International S.A. in het verlies van Ahlers in 2004 van € 59.244,- op zich genomen en daarenboven aan Ahlers International S.A. een vergoeding ad € 9.000,- betaald, zijnde de nominale waarde van de aandelen van Ahlers International S.A in Ahlers.
Wij zijn op dit moment het enige bedrijf LV Ahlers BV.”.
[directeur/eigenaar]’ de directeur/eigenaar van EWT is, dat hij deze eenmaal heeft ontmoet, dat [directeur/eigenaar] vrijwel geen Engels spreekt maar Engelssprekende collega’s op kantoor heeft, en dat [directeur/eigenaar] de te gebruiken goederencode heeft verstrekt waaronder moest worden ingeklaard, welk nummer aan Eurotransit is doorgeleid.
Na belasting was het resultaat € 40.447,- negatief.
“De vennootschap is verwikkeld in een juridisch geschil inzake invoerrechten. De directie is van mening, mede op basis van gesprekken met haar juridisch adviseur en eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam en het Hof Den Haag dat de onderneming niet aansprakelijk is voor enige navordering en dat er derhalve geen verplichtingen voor de onderneming zullen voortkomen.”2.11. Zowel tussen Eurotransit en de Inspecteur als tussen Eurotransit en Ahlers is een aantal juridische procedures gevoerd naar aanleiding van de utb’s. De uitkomst daarvan was dat de utb’s in stand zijn gebleven en dat Ahlers bij arrest van het gerechtshof in Den Haag van 24 september 2013 veroordeeld om aan Eurotransit te voldoen, meergemeld bedrag van de utb’s ad € 1.304.910,-, vermeerderd met rente ad € 17.481,42; € 130.491,04 wegens administratiekosten; € 20.040,- wegens proceskosten in kort geding en € 50.000,- aan buitengerechtelijke incassokosten en kosten rechtsbijstand. Het arrest is in kracht van gewijsde.
3.Het geschil
“bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:- gedaagden hoofdelijk te veroordelen, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te voldoen een bedrag van
4.De beoordeling
Juridisch kader
Dit standpunt is onvoldoende om tot verjaring te leiden. Ook als Eurotransit al in 2005 wist dat Ahlers geen verhaal bood, betekent dat niet - althans niet automatisch - dat Eurotransit toen bekend was met de aansprakelijkheid van de thans aangesproken bestuurders respectievelijk aandeelhouder.
Eurotransit stelt - onbetwist - dat zij de gegevens voor haar akte in november 2009 kreeg. Dit betekent dat de verjaringstermijn toen is gaan lopen.
4.11. Voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] als bestuurders van Ahlers acht de rechtbank de navolgende, niet of onvoldoende weersproken, feiten van belang:
- [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] en Eurotransit zijn allen al jarenlang actief in de expeditiebranche;
- [gedaagde sub 2] is bestuurder van Vlaardingen Holding;
- Vlaardingen Holding staat aan het hoofd van de Lensveld groep;
- vennootschappen in de Lensveld groep hebben ongeveer 25 jaar lang Eurotransit ingeschakeld om te hunnen behoeve (of van hun klanten) op eigen naam aangifte ten invoer te doen, welke aangifte op eigen naam op grond van toen geldende regelgeving ook verplicht was;
- ook Ahlers was actief in expeditie en logistiek;
- [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] bestuurden Ahlers;
- Ahlers heeft een opdracht van EWT aanvaard voor het doen van aangifte ten invoer van een aantal zendingen knoflook;
- EWT was een in Londen gevestigde vennootschap met Chinese belanghebbenden, die noch bij Ahlers noch bij de Lensveld groep bekend was;
- Ahlers heeft het doen van aangifte ten invoer voor deze knoflook opgedragen aan Eurotransit;
- Eurotransit is de overeenkomst van opdracht met Ahlers aangegaan in het vertrouwen dat Ahlers ‘gewoon’ onderdeel uitmaakte van de Lensveld groep;
- zowel Ahlers als Eurotransit waren lid van de Fenex en gebruikten de Fenex-voorwaarden;
- in de Fenex-voorwaarden is vastgelegd dat de expediteur zijn werkzaamheden voor rekening en risico van zijn opdrachtgever verricht;
- de aangiften ten invoer door Eurotransit in opdracht van Ahlers geschiedden (dus) voor rekening en risico van Ahlers;
- bij het doen van aangiften ten invoer van de goederen in afgesloten containers was Eurotransit voor wat de goederenomschrijving en de daarvoor te hanteren goederentariefcode afhankelijk van door Ahlers te verstrekken inlichtingen, en Ahlers was daarvoor op haar beurt afhankelijk van EWT;
- de juistheid van de door EWT verstrekte inlichtingen kon Ahlers noch Eurotransit zelf controleren, hoewel Eurotransit daar nog wel vragen over heeft gesteld aan Ahlers;
- de door EWT via Ahlers aan Eurotransit aangereikte goederenomschrijving en de daarvoor te hanteren HS-code bleken onjuist;
- aan Eurotransit zijn als gevolg daarvan naheffingen invoerrechten opgelegd van ruim € 1,3 miljoen;
- Ahlers noch EWT biedt verhaal voor de door Eurotransit betaalde naheffingen.
De rechtbank is van oordeel dat de bestuurders aldus hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer en hier meer in het bijzonder in het handelsverkeer jegens Eurotransit betaamt. Onder de hiervoor geschetste omstandigheden treft hen terzake een ernstig, persoonlijk verwijt.
Zoals reeds in 4.17 is overwogen, moet Eurotransit in de eerste plaats zelf de aan haar bedrijfsactiviteiten verbonden risico’s inschatten en bepalen of en op welke voorwaarden zij die risico’s aanvaardbaar vindt. Ook zij zelf droeg een verantwoordelijkheid om alert te zijn op de identiteit en financiële gegoedheid van haar nieuw aangedragen wederpartij Ahlers, en ook zonder waarschuwing vooraf had zij navraag kunnen doen naar diens positie ten opzichte van de Lensveld groep, de 403-verklaring en om zekerheden kunnen vragen. Zij heeft in dit opzicht onvoldoende haar eigen belangen bewaakt.
Griffierecht € 3.903,-
Exploten van dagvaarding en beslagen € 1.360,57
Salaris advocaat (3 punten tarief € 3.211,-)
€ 9.633,-Totaal €14.896,57
5.De beslissing
- veroordeelt [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander in zoverre zal zijn bevrijd, in de proceskosten, die van de beslagen daaronder begrepen, tot op deze uitspraak aan de zijde van Eurotransit begroot op € 14.896,57, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten met ingang van veertien dagen na dit vonnis tot aan de voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
39/182/1885