ECLI:NL:RBROT:2017:5455
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementsverzoek van de Gemeente Rotterdam en aanhoudingsverzoek van verweerder
Op 11 juli 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een faillissementszaak waarbij de Gemeente Rotterdam als verzoekster optrad. De rechtbank behandelde een verzoek tot faillietverklaring van een verweerder, die eerder een aanhoudingsverzoek had ingediend om een minnelijk traject te doorlopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder niet binnen de gestelde termijn van veertien dagen een verzoekschrift had ingediend, zoals vereist door de Faillissementswet. De rechtbank oordeelde dat het aanhoudingsverzoek van de verweerder niet kon worden gehonoreerd, omdat de haalbaarheid van een minnelijk traject zeer twijfelachtig was. De Gemeente Rotterdam, als grootste schuldeiser, had bezwaar gemaakt tegen het aanhoudingsverzoek en stelde dat de verweerder misbruik maakte van recht. De rechtbank concludeerde dat er summierlijk bewijs was van het vorderingsrecht van de Gemeente en dat de verweerder in een toestand verkeerde waarin hij had opgehouden te betalen. De rechtbank verklaarde de verweerder vervolgens in staat van faillissement en benoemde mr. R. Le Grand tot curator. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 juli 2017 om 16:00 uur.