Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde] ,
[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de overgelegde producties
- de akte eisvermeerdering van [eiser]
- de incidentele conclusie tot zekerheidstelling van [gedaagde] c.s.
- de eis in reconventie van [gedaagde] c.s.
- de tweede akte eisvermeerdering van [eiser]
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde] c.s.
2.De feiten
Can you confirm to me as soon as possible that the conditions mentioned in items 1 through 4 above will be met?
3.Het geschil in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
in conventie
received” waarnaast een handtekening is geplaatst. Daarnaast staat de tekst: “
I certify the signature of [gedaagde 2] which is made in my presence 31/05/2017. St Petersburg Leonid Gribanov, attorney at law.” De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat de eerstgenoemde handtekening geplaatst is door [gedaagde 2] en dat een [land] advocaat daarnaast verklaart dat [gedaagde 2] dit geschrift daadwerkelijk heeft ontvangen. Voorts is van belang dat [gedaagde] ter zitting zijn mobiele telefoon heeft getoond en dat daarop, blijkens de vertaling van de registertolk [land] , een bericht te lezen viel dat afkomstig was van [gedaagde 2] dat, zakelijk weergegeven, inhield dat [gedaagde 2] op de hoogte is van de onderhavige procedure en dat hij niet voornemens is om ter zitting te verschijnen in de onderhavige procedure.
alle alternatieven bescheiden met betrekking tot de oproeping van de algemene vergadering van aandeelhouders van het oprichting tot en met 2016.” Deze vordering zal worden afgewezen. Het ligt niet voor de hand dat een statutair bestuurder/ een vennootschap een dergelijke vordering instelt tegen een aandeelhouder. Als regel zal de bestuurder (dan wel de vennootschap) deze stukken juist zelf moeten hebben. Dit kan echter verder in het midden blijven. Het is immers niet duidelijk welk (spoedeisend) belang met deze vordering gediend is. Dat is ter zitting niet duidelijk geworden. [gedaagde] c.s. gaven ter zitting nog wel aan dat zij bewijs willen verkrijgen dat de oproep voor de algemene vergadering die gepland stond op 28 juni 2017 [eiser] daadwerkelijk heeft bereikt (zie 2.10-2.12). Het is dan echter nog steeds niet duidelijk welk (spoedeisend) belang daarmee gediend is, terwijl voorts de vordering zich niet uitstrekt tot 2017. Daarbij is nog daargelaten dat het bij [eiser] aanwezig zijn van de stukken met betrekking tot de aandeelhoudersvergaderingen van Agora over de jaren vóór 2017 betwijfeld wordt nu [eiser] in zijn e-mailbericht van 15 juni 2017 vraagt waarom er in eerdere jaren nooit aandeelhoudersvergaderingen zijn belegd.