ECLI:NL:RBROT:2017:5932

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juli 2017
Publicatiedatum
28 juli 2017
Zaaknummer
C/10/522743 / HA ZA 17-270
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking bij verkoop van onverdeelde boedel met bewindvoering

In deze zaak vordert de man medewerking van de vrouw voor de verkoop van een woning die deel uitmaakt van een onverdeelde boedel. De man en vrouw hebben samen een woning gekocht tijdens hun relatie van 1992 tot november 2012, waarvoor zij hypothecaire leningen zijn aangegaan. De man stelt dat hij herhaaldelijk heeft verzocht om medewerking aan de verkoop, maar dat de vrouw niet bereid is om deze medewerking te verlenen. De vrouw heeft echter in 2013 ingestemd met de verkoop van de woning, maar vordert nu dat de man niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vorderingen, tenzij zijn bewindvoerder in het geding verschijnt.

De rechtbank oordeelt dat de man, wiens goederen onder bewind staan, de bewindvoerder moet oproepen om in het geding te verschijnen. De rechtbank stelt vast dat de bewindvoerder, Amadi B.V./ACE Inkomens en Budgetbeheer B.V., de man in rechte moet vertegenwoordigen bij de verkoop van de woning. De rechtbank wijst het verweer van de man af dat hij zonder de bewindvoerder kan procederen. De rechtbank besluit dat de man de gelegenheid krijgt om de bewindvoerder op te roepen en een verklaring van de bewindvoerder in het geding te brengen. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/522743 / HA ZA 17-270
Vonnis in incident van 26 juli 2017
in de zaak van
[eiser],
wonende te Rotterdam,
eiser in conventie in de hoofdzaak,
verweerder in reconventie in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat mr. W.N. Sardjoe,
tegen
[gedaagde],
wonende te Rotterdam,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. E. Keijzerwaard.
Partijen zullen hierna de man en de vrouw genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties
  • de akte exceptie van niet-ontvankelijkheid c.q. onbevoegdheid tevens houdende incidentele eis tot oproeping in vrijwaring tevens inhoudende antwoord in conventie en eis in reconventie, met producties
  • de incidentele conclusie van antwoord, met producties.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.Het geschil

2.1.
De man vordert in de hoofdzaak (onder meer) vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning en stelt daartoe dat partijen tijdens hun affectieve relatie, die van 1992 tot november 2012 heeft geduurd, op 14 februari 2003 een woning hebben gekocht ter financiering waarvan partijen hypothecaire geldleningen hebben afgesloten, waarvoor zij hoofdelijk aansprakelijk zijn en dat (onder meer) deze woning in de tot op heden onverdeelde gemeenschap valt. Voorts stelt de man dat hij de vrouw meerdere malen tevergeefs heeft verzocht om medewerking aan de verkoop van de woning, en dat niet te verwachten valt dat de vrouw op korte termijn haar medewerking zal verlenen.
2.2.
De vrouw voert hiertegen aan dat zij reeds in 2013 ermee heeft ingestemd om de woning te verkopen. Evenwel, de rechtbank begrijpt dat zij vóór alle andere weren vordert om de man niet ontvankelijk te verklaren in zijn vorderingen, althans om de man ertoe te bewegen zijn bewindvoerder Amadi B.V./ACE Inkomens en Budgetbeheer B.V. te Delft op te roepen om in het geding te verschijnen, nu deze bewindvoerder de man in rechte dient te vertegenwoordigen.

3.De beoordeling

3.1.
Alvorens de zaak inhoudelijk te beoordelen, zal eerst het formele verweer van de vrouw dienen te worden beoordeeld.
3.2.
Door de vrouw is als bijlage 1 in het geding gebracht een beschikking waaruit blijkt dat over alle goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan de man, bewind is ingesteld ten gevolge van zijn lichamelijke of geestelijke toestand en dat tot bewindvoerder is benoemd Amadi B.V./ACE Inkomens en Budgetbeheer B.V., gevestigd te Delft. Door de man is niet betwist dat over zijn huidige en toekomstige goederen bewind is ingesteld en dat Amadi B.V./ACE Inkomens en Budgetbeheer B.V. als zijn bewindvoerder is benoemd, zodat dit vaststaat.
3.3.
Op grond van artikel 1:438 lid 2 Burgerlijk Wetboek (verder: BW) kan de rechthebbende na de instelling van het bewind slechts met medewerking van de bewindvoerder of, indien deze weigerachtig is, met machtiging van de kantonrechter over de onder het bewind staande goederen beschikken. Onder beschikken wordt hier onder meer verstaan het vervreemden (zoals de verkoop en levering) van een onder bewind staand goed.
In artikel 1:441 lid 1 BW is bepaald dat tijdens het bewind de bewindvoerder bij de vervulling van zijn taak de rechthebbende in en buiten rechte vertegenwoordigt.
3.4.
De rechtbank begrijpt dat de man - kort gezegd - vordert dat het vonnis ex artikel 3:300 lid 1 BW in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaringen van de vrouw om de woning te verkopen en te leveren, waarbij de man als vertegenwoordiger van de vrouw zal worden aangewezen om de rechtshandelingen namens de vrouw te verrichten. Met deze vordering beoogt de man uiteindelijk de verkoop en levering van de woning in het kader van de verdeling van de boedel van partijen te bewerkstelligen. De verkoop en de levering van de woning betreffen beschikkingshandelingen waarvoor de medewerking van de bewindvoerder is vereist. Het (al dan niet) verlenen van medewerking aan de beschikkingshandelingen behoort tot de vervulling van de taak van de bewindvoerder. De bewindvoerder dient derhalve de rechthebbende in rechte te vertegenwoordigen. Dit betekent dat deze procedure door de bewindvoerder als formele procespartij ten behoeve van de man als rechthebbende dient te worden gevoerd. Het verweer van de man dat hij gerechtigd is om deze procedure te entameren en voort te zetten zonder vertegenwoordiging in rechte door de bewindvoerder wordt derhalve verworpen.
3.5.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank termen aanwezig om de man alsnog in staat te stellen de bewindvoerder op te roepen in het geding te verschijnen, opdat de bewindvoerder zich uit kan laten over de vraag of hij de onderhavige procedure als formele procespartij wil overnemen en voortzetten. De man wordt dan ook in de gelegenheid gesteld een akte te nemen waaruit van de oproeping van de bewindvoerder blijkt en daarbij een verklaring van de bewindvoerder in het geding te brengen, waarin deze zich uitlaat.
3.6.
De procedure wordt dan ook verwezen naar na te noemen rolzitting, opdat de man een akte kan nemen in vorenbedoelde zin. Iedere beslissing in deze zaak wordt aangehouden.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
23 augustus 2017voor een akte aan de zijde van de man als bedoeld in overweging 3.5. van dit vonnis,
4.2.
houdt voor het overige iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op 26 juli 2017.
1287 / 2294