ECLI:NL:RBROT:2017:6106

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juni 2017
Publicatiedatum
8 augustus 2017
Zaaknummer
C/10/502502 / HA ZA 16-525
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in vrijwaring tussen Saipem Ltd. en STC Repairs B.V. inzake tekortkoming in contractuele verplichtingen

In deze vrijwaringszaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2017 uitspraak gedaan in de zaak tussen Saipem Ltd., eiseres, en STC Repairs B.V., gedaagde. Saipem vorderde dat STC Repairs haar vrijwaart van alle schade die voortvloeit uit een eerdere veroordeling in de hoofdzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen Saipem en STC Repairs geen expliciete instructies bevatte over het bewaren van bepaalde onderdelen, zoals strand jack supports en pull rods. Saipem stelde dat STC Repairs tekortgeschoten was in haar verplichtingen door deze onderdelen te vernietigen, maar de rechtbank oordeelde dat STC Repairs niet aansprakelijk kon worden gesteld omdat niet was komen vast te staan dat zij in strijd met de instructies had gehandeld.

De rechtbank heeft verder overwogen dat de algemene voorwaarden van Saipem van toepassing zijn op de overeenkomst met STC Repairs, maar dat STC Repairs betwistte aansprakelijk te zijn op grond van deze voorwaarden. STC Repairs voerde aan dat er sprake was van grove schuld aan de zijde van Saipem, omdat deze had nagelaten om duidelijke instructies te geven. De rechtbank oordeelde dat STC Repairs onvoldoende feiten had aangevoerd om te concluderen dat er sprake was van grove schuld van Saipem.

De zaak is aangehouden voor verdere uitlating door Saipem, waarbij de rechtbank heeft aangegeven dat iedere verdere beslissing zal worden aangehouden totdat Saipem heeft gereageerd op de argumenten van STC Repairs.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team haven en handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/502502 / HA ZA 16-525
Vonnis in vrijwaring van 7 juni 2017
in de zaak van
de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging
SAIPEM LTD.,
gevestigd te Kingston upon Thames, Verenigd Koninkrijk,
eiseres,
advocaat mr. B. van Mieghem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STC REPAIRS B.V.,
gevestigd te Bergen op Zoom,
gedaagde,
advocaat mr. R. Sinke.
Partijen zullen hierna Saipem en STC Repairs genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 1 februari 2017 (hierna: het tussenvonnis) alsmede de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij het tussenvonnis is de zaak naar de rol verwezen voor re- en dupliek. Saipem heeft daarna gerepliceerd en STC Repairs gedupliceerd.
Is STC Repairs (toerekenbaar) tekortgeschoten in haar overeenkomst met Saipem?
2.2.
Vast staat dat Saipem de in 4.4 van het tussenvonnis genoemde instructies van Conoco aan Saipem die zijn neergelegd in de SOW (Scope of Work) (prod. I Saipem) op haar beurt heeft opgelegd aan STC Repairs, die deze instructies heeft aanvaard. Dat Saipem aan STC Repairs verder geen instructies heeft verstrekt is niet in geschil. De overeenkomst tussen Conoco en Saipem, die Saipem als productie VII in het geding heeft gebracht, maakt dan ook geen deel uit van de door Saipem aan STC Repairs verstrekte instructies.
2.3.
Saipem stelt zich (primair) op het standpunt dat de vernietiging door STC Repairs van de twee strand jack supports en de twee pull rods van Kvaerner een toerekenbare tekortkoming van STC Repairs oplevert in de nakoming van deze in de SOW neergelegde instructies. Dit wordt door STC Repairs betwist.
2.4.
Gesteld noch gebleken is dat STC Repairs op de hoogte was van de in 4.7 van het tussenvonnis weergegeven e-mail van 30 januari 2012, inclusief bouwtekeningen, van Kvaerner aan Saipem. Dat in deze e-mail/bouwtekeningen een opdracht besloten lag om de twee strand jack supports en twee pull rods te behouden (vgl. rov. 8.9 tussenvonnis) kan dan ook geen grond voor aansprakelijkheid van STC Repairs opleveren.
2.5.
Voor zover partijen twisten over de uitleg van bepalingen in de door hen op 10 mei 2012 gesloten overeenkomst, dient deze uitleg plaats te vinden aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Over de inhoud van de SOW, daarentegen, hebben partijen
nietonderhandeld; deze heeft Saipem, als gezegd, opgelegd aan STC Repairs. Voor zover partijen van mening verschillen over de uitleg van bepalingen van de SOW, kan dit geschil dan ook niet opgelost worden aan de hand van de Haviltex-maatstaf maar is uitleg aan de hand van de wilsvertrouwensleer in de zin van de artikelen 3:33 en 3:35 BW noodzakelijk. Daarbij zijn alle omstandigheden van het geval van belang en komt geen beslissend gewicht toe aan de meest voor de hand liggende taalkundige betekenis van de in de brief gebruikte bewoordingen, ook niet als uitgangspunt.
2.6.
Gesteld noch gebleken is dat de SOW instructies bevat die uitdrukkelijk betrekking hebben op strand jack supports en/of pull rods. Saipem stelt dat in de SOW expliciet is vastgelegd dat het push pull systeem bewaard moest worden maar laat na aan te geven waar dat staat. Voor zover is gedoeld op artikel 3.2.5, tweede bullitpoint, dan staat daarin dat de skidbeams S11 en P11 bewaard moeten worden. Evenmin is gesteld of gebleken dat de SOW instructies bevat waarin het uitdrukkelijk is verboden om (onderdelen waaronder) strand jack supports en/of pull rods (begrepen zijn) te verschroten(vernietigen). Niettemin heeft STC Repairs volgens Saipem door de vernietiging van de strand jack supports en de pull rods in strijd gehandeld met de instructies in de SOW, omdat het bewaren van onderdelen het uitgangspunt is van deze instructies. Aan dat laatste (‘bewaren, tenzij’) legt Saipem de volgende stellingen ten grondslag (randnr. 8 conclusie van repliek):
de van 10 mei 2012 daterende overeenkomst tussen Saipem en STC Repairs (prod. IV Saipem) bevat specifieke instructies over het materiaal dat (wel) verschroot mag worden;
in de offertes van STC Repairs en de uiteindelijke overeenkomst is uitdrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid van verschroting van de ‘grillage beam sections’ maar daarentegen is verschroting van de twee strand jack supports en de twee pull rods hierin niet genoemd, zelfs niet als optie.
2.7.
De rechtbank volgt Saipem niet in haar stelling dat haar overeenkomst met STC Repairs specifieke instructies bevat over het materiaal dat verschroot mag worden. Saipem wijst ter onderbouwing van deze stelling op de omschrijving op p. 2-3 van de overeenkomst Saipem-STC Repairs van de verschillende werkzaamheden van STC Repairs die betrekking hebben op de ‘S44 CARGO BARGE CLEAN OFF’. Weliswaar maakt van deze omschrijving slechts op één plaats een formulering deel uit die wijst op vernietiging, namelijk ‘scrapping’ van de ‘grillage beam’, daar staat echter tegenover dat niet gezegd kan worden dat deze omschrijving van de werkzaamheden van STC Repairs tevens is geformuleerd als een instructie aan STC Repairs. Het gaat hier slechts om een overzicht van de door STC Repairs uit te voeren werkzaamheden met bijbehorend tarief. Aangezien deze stelling van Saipem niet opgaat, is dan ook niet komen vast te staan dat het bewaren van onderdelen het uitgangspunt is van de instructies in de SOW (‘bewaren, tenzij’).
2.8.
Aangezien de enige instructies die Saipem aan STC Repairs heeft verstrekt vervat zijn in de instructies in de SOW en niet is komen vast te staan dat STC Repairs in strijd met deze instructies heeft gehandeld door de twee strand jack supports en de twee pull rods te vernietigen, is van een (toerekenbare) tekortkoming van STC Repairs in haar contractuele verbintenissen jegens Saipem dan ook geen sprake.
Aansprakelijkheid van STC Repairs op grond van de algemene voorwaarden van Saipem?
2.9.
De onderhavige zaak is een vrijwaringszaak. De vordering van Saipem strekt ertoe dat STC Repairs haar vrijwaart van al hetgeen waartoe zij in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld. Aan deze vrijwaringsvordering legt Saipem ook (subsidiair) het bepaalde in artikel 23.1.1 juncto artikel 23.1.2 van haar algemene voorwaarden (General Terms and Conditions GTC-COR-SERV-010-E, Rev 3) (prod. V Saipem) ten grondslag - aangehaald voor relevant:
“23.1.1. The SUB-CONTRACTOR shall be liable for, and shall save, indemnify, hold
harmless and defend the CONTRACTOR GROUP, from and against the following
claims, losses, costs, expenses and liabilities, arising as a result of the execution of the
WORK CONTRACT DOCUMENTS:
23.1.2.
any claim, demand, cause of action, loss, expense or liability on account of (...)
damage to or loss of any property, including but not limited to the property or
equipment of the CONTRACTOR, the SUB-CONTRACTOR GROUP or Third Parties
arising out of or in connection with any acts or omissions to act of the employees,
agents or representatives of the SUB-CONTRACTOR GROUP in the performance of the
WORK CONTRACT DOCUMENTS. This indemnification is given irrespective of whether
or not the PARTY to be indemnified was contributory negligent, but excepting where
the injury, death or damage was solely caused by the WILFUL MISCONDUCT or GROSS
NEGLIGENCE of the PARTY to be indemnified.”
2.10.
Als niet betwist door STC Repairs is komen vast te staan dat de algemene voorwaarden van Saipem van toepassing zijn op haar overeenkomst met STC Repairs. Niettemin betwist STC Repairs dat zij op grond van het bepaalde in de artikelen 23.1.1 en 23.1.2 aansprakelijk is jegens Saipem. Daartoe voert STC Repairs bij conclusie van antwoord aan dat sprake is geweest van ‘gross negligence’ van Saipem in de zin van artikel 23.1.2, hetgeen door Saipem wordt betwist.
2.11.
Volgens STC Repairs is hier sprake van grove schuld van Saipem omdat Saipem heeft nagelaten te vermelden in haar instructies aan STC Repairs (in de SOW) dat de twee strand jack supports en de twee pull rods bewaard moesten blijven.
2.12.
Tussen partijen is niet in geschil dat het begrip ‘gross negligence’ in artikel 23.1.2 moet worden verstaan als het Nederlandsrechtelijke begrip ‘grove schuld’. Er moet derhalve sprake zijn van een in laakbaarheid aan opzet grenzende schuld (HR 12 maart 1954, NJ 1955, 386 en HR 30 september 1994, NJ 1995, 45). STC Repairs heeft echter onvoldoende feiten gesteld waaruit kan worden afgeleid dat het uitblijven van een instructie aan STC Repairs om de twee strand jack supports en de twee pull rods te bewaren op grove schuld van Saipem berust. Dit is dan ook niet komen vast te staan.
2.13.
Eerst bij conclusie van dupliek voert STC Repairs tot haar verweer tevens aan dat het beding in artikel 23.1.1 juncto artikel 23.1.2 van de algemene voorwaarden van Saipem onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 sub a BW.
2.14.
Hier is sprake van een beding in de zin van artikel 6:236 onder h BW waarmee schadevergoedingsvorderingen van derden jegens de gebruiker van de algemene voorwaarden worden afgewenteld op de wederpartij van deze gebruiker. STC Repairs is echter geen consument maar een zakelijk opererende partij, zodat dit beding niet zonder meer onredelijk bezwarend is maar daarvoor nadere feitelijke omstandigheden noodzakelijk zijn.
2.15.
Volgens STC Repairs is het beding om de volgende redenen onredelijk bezwarend (randnr. 25 conclusie van dupliek):
Over de algemene voorwaarden van Saipem, meer in het bijzonder het vrijwaringsbeding, is nooit tussen partijen onderhandeld;
Saipem is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van een hoofdverplichting, namelijk het verstrekken c.q. het doorsturen van informatie met betrekking tot de door STC Repairs te verrichten werkzaamheden;
Het was een zeer kleine moeite om deze informatie wél te verstrekken c.q. door te sturen;
STC Repairs kon hierop geen invloed uitoefenen, aangezien zij volledig afhankelijk was van Saipem;
STC Repairs wist niet eens dat de strand jack supports en de pull rods eigendom waren van Kvaerner;
Het voorzienbare resultaat van het nalaten van Saipem was verschroting van het materiaal en derhalve schade voor Kvaerner;
Het beding verplicht STC Repairs om Saipem te vrijwaren voor alle schade van derden, ook al is die veroorzaakt door Saipem zélf;
Daardoor komt alle schade volledig op het bord van STC Repairs, terwijl Saipem in dat geval niets bijdraagt aan een schadevergoeding.
Saipem heeft hierop nog niet kunnen reageren. Voor deze reactie van Saipem zal de zaak naar de rol worden verwezen.
2.16.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van
5 juli 2017voor uitlating bij akte door Saipem als vermeld in rov. 2.15;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr C. Sikkel en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2017.
901/1573