Het V.I.-besluit is onder meer gebaseerd op het advies van de reclassering d.d. 17-01-2017. Dit advies – voor zover hier van belang – vermeldt:
“[…] 3. Diagnose
Overzicht criminogene factoren/leefgebieden uit RISc
Huisvesting en wonen
Criminogene factoren: aanwezig
[…]
[eiser] heeft in het gesprek op 09-12-2016 aangegeven dat hij zijn V.I. periode wil gaan doorbrengen op het [adres] , waar een goede kennis/vriendin woont.
Uit een deeladvies EC van 16-01-2017, […], is naar voren gekomen dat dit adres ongeschikt is voor een langdurig verblijf. De reden hiervoor is dat dit adres op relatief korte afstand ligt van het woonadres van het slachtoffer en hierdoor zal tijdens de resocialisatie de kans op ongewenst contact toenemen. […].
Tevens blijkt uit een eerder uitgebrachte rapportage (PP-advies van 10-11-2016) dat er sprake is van een negatief sociaal netwerk in dit gebied wat uitermate zorgelijk genoemd is. In dat licht is een verblijfsadres op afstand gewenst.
[…]
5. Integrale conclusie
[…]
Inschatting recidiverisico
Hoog
[eiser] werd diverse malen veroordeeld wegens ernstige geweldsdelicten en hij recidiveerde tijdens detentie opnieuw met een ernstig geweldsdelict, waardoor zijn V.I. met acht maanden werd opgeschort.
Er zijn problemen op diverse leefgebieden en gelet hierop is er sprake van een hoog recidive- en gevaarrisico.
Risico op onttrekken aan de voorwaarden
Gemiddeld.
[…]”