Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde],
[gedaagde 1],
1.De procedure
- de exploten van dagvaarding van 21 augustus 2017, met 16 producties;
- de 4 producties van CVO;
- de brief van [gedaagde 1] van 25 augustus 2017;
- de mondelinge behandeling op 25 augustus 2017;
- de pleitnota van [eiser] ;
- de pleitnota van CVO;
- de pleitnota van [gedaagde 1] .
de tweede corrector vindt ook dat de leerling een aanwijsbare fout heeft ontdekt en het overleg wordt heropend. De twee correctoren zullen het werk - in z’n geheel - opnieuw nakijken. Zij stellen DUO en de Inspectie op de hoogte van een eventueel nieuw vastgesteld cijfer (NB. dit kan ook een lager cijfer zijn, omdat het werk integraal opnieuw beoordeeld wordt). De Inspectie zal in deze situatie altijd contact opnemen met de tweede corrector en de voorzitter van de examencommissie van de desbetreffende school om na te gaan of de tweede corrector niet onder druk is gezet.
de tweede corrector vindt dat het werk op een juiste wijze is beoordeeld. De tweede corrector staat dan in zijn recht. Er vindt geen wijziging plaats. De leerling kan dan alleen nog door naar de externe klachtencommissie of de burgerlijke rechter stappen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
antwoordin 3.3 moet, in de onderhavige context, begrepen worden als de hiervoor bedoelde (bewijs)redenering. De wijze waarop een bewijsredenering in de wiskunde dient te worden ingekleed is een vakinhoudelijk aspect. Als vakinhoudelijk de door [eiser] gevolgde weg juist is, dienen daarvoor dus punten te worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel, zonder dat verdere eisen worden gesteld.