4.18.[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben een verklaring van 1 mei 2017 van [gedaagde 1] overgelegd, welke vermeldt (productie 11 bij conclusie van antwoord):
'(…) In November 2014 was er weer geld nodig om een project te financieren, dit maal was het [bestuurder Carlsen] die mij de vraag stelde, we hebben de naam van Sea Alliance veranderd in Carlsen op de leen overeenkomst en in plaats van het geld naar Sea Alliance te storten kon dat nu direct naar Carlsen gestort worden. Het ging nu om 250.000 euro, het geld is weer van de spaar rekeningen gehaald en overgemaakt met als laatste betaling 17 november 2014. Op 27 November werd er al weer 100.000 euro terug gestort. Waar echter in december 2014 al weer een beroep op werd gedaan. Dit was als de 4e lening welke is overgemaakt op 10 en 11 december 2014.
Hierna werd het even stil met terug betalen, op 21 maart 2015 heb ik een trainingsbedrijf overgenomen, op 9 maart, de verjaardag van mijn moeder heb ik [bestuurder Carlsen] gevraagd om minimaal 50.000 euro terug te betalen voor 21 maart omdat ik garant moest staan voor 32000 euro naast het geld wat nodig was om het bedrijf te kunnen voeren. [bestuurder Carlsen] heeft op 19 maart dat geld ook terug betaald. Zodra zijn facturen betaald zouden zijn, zou ik ook de rest ontvangen.
Ik heb een paar keer om de status van de betalingen gevraagd, echter het antwoord was zodra het binnen komt, er staan heel veel facturen open waarvan de betaling door de klant nog niet is gedaan.
Omdat in oktober 2015 mijn tijdelijke arbeidsovereenkomst met Stella Aviation afliep begon ik mij wel wat zorgen te maken omdat ik nu geen pensioen reserves meer had. Ik heb [bestuurder Carlsen] een ietwat cynische mail gezonden omdat hij eigenlijk in februari 2015 alles al terug betaald had moeten hebben.
Ik heb daarin mijn geld terug gevraagd op een nu echt zo kort mogelijke termijn.
Dat geld heb ik ook gekregen vanaf 6 november tot 17 november in 3 betalingen.
In februari 2016 en juni 2016 heb ik trouwens de zelfde leen overeenkomst als voorbeeld gebruikt voor een lening aan de holding van het bedrijf waar ik nu in loondienst ben.
Op 23 november 2015 was ik bij Carlsen om met [IT-medewerker] , de ICTer van Carlsen, die ook een eigen bedrijf heeft, te praten. Hij heeft voor Stella Aviation een examen programma gemaakt en ik wilde weten of hij ook een app kon maken voor justitie, met name het opzetten van een systeem waarbij gevangenen zelf zaken via een Ipad zouden kunnen regelen. Dit was een Europese aanbesteding waarbij een bedrijf waar ik mede aandeelhouder van ben op wilde inschrijven.
Op een zeker moment werd het personeel naar de kantine geroepen, ik ben mee gegaan nog in de gedachte dat er iemand jarig was of zo.
[bestuurder Carlsen] nam het woord en vertelde dat er faillissement was aangevraagd voor Carlsen offshore. Een van de personeelsleden vroeg door wie en [bestuurder Carlsen] antwoordde door een derde partij maar het was nog niet bekend door wie. Mijn gedachte op dat moment was ook meteen, kunnen [bestuurder Carlsen] zijn ouders en ik samen deze faillissement aanvraag niet gezamenlijk afwenden.
Ik heb nog even met Björn gesproken en ben daarna naar huis gegaan. Ik heb [bestuurder Carlsen] die dag niet meer gesproken. Twee dagen later vertelde [bestuurder Carlsen] bij mij thuis dat Carlsen zelf de aanvraag had gedaan en niet een derde partij, dit omdat de klanten niet betaalde en projecten vertraagd werden of on-hold werden gezet door de lage olie prijs. Hij vertelde dat de bulkhandling wel door zou gaan.
Op zaterdag 25 Februari 2017, 15 maanden na het faillissement net voor we op vakantie willen gaan ontvangen we een brief van de firma schaap waarin ons in niet mis te verstane woorden, als met een mes op je keel even wordt gesommeerd 249.000 euro ineens over te maken omdat ik iets fout zou hebben gedaan in het faillissement waar ik toen der tijd geeneens weet van had nota bene.
En dit omdat mijn schoonzoon de leen overeenkomst niet zou hebben willen insturen naar de curator. Ik heb [bestuurder Carlsen] direct gebeld wat dat voor een grapjes zijn, waarom hij niet aan het verzoek van de curator heeft voldaan en waarom hij mij niet heeft gemeld dat de curator de leen overeenkomsten wilt hebben. Ik heb ze gewoon in een map zitten tenslotte.
[bestuurder Carlsen] meldde dat hij zich van geen kwaad bewust was. Dat de curator hem nooit heeft benaderd voor de leenovereenkomst en dat hij minstens zo verbaasd is als ik.
Ik was woedend, begin van de vakantie verziekt door een brief en wie moet ik nu geloven?
[bestuurder Carlsen] belde later dat ook zijn ouders een brief hadden ontvangen met een soortgelijke tekst.
Zijn ouders zouden het naar hun advocaat sturen, of ik mijn brief de ik inmiddels al had gescand en naar [bestuurder Carlsen] toe had gezonden ook naar hun advocaat wilde sturen. Dat heb ik gedaan.
Mevrouw de Kwant heeft mij gebeld of ik de leen overeenkomsten met Carlsen had, die heb ik op 28 februari naar haar toe gezonden, om door te sturen naar de advocaat. Het is eenvoudig te controleren wanneer die word documenten zijn gemaakt.
De advocaat heeft vervolgens de curator geïnformeerd dat hij mij en de familie de Kwant vertegenwoordigt.
In de brief van de curator staat nergens dat hij verwacht dat ik met hem contact op neemt, de brief is zo opgesteld dat iemand die niet juridisch is geschoold er ook niets van snapt, mogelijk om de verwarring nog groter te maken. In de veronderstelling dat de advocaat het nu met de curator uit zoekt wordt ik ineens geconfronteerd dat er per 23 maart 2017 beslag is gelegd op mijn bank rekening en op de bank rekening van mijn vrouw, tevens ontvangen wij later door de brievenbus een vonnis van de rechtbank van Rotterdam dat er ook beslag is gelegd op mijn huis, auto en motor. Zogenaamd omdat er vervreemding zou kunnen zijn, alsof ik mijn huis waar ik nu al sinds 1982 woon ineens wilt verkopen en het geld wat nog 3 jaar vast staat op de bank er ineens af wilt halen.
En dat allemaal omdat je het bedrijf van je schoonzoon een paar keer hebt geholpen, wat mij alleen maar geld heeft gekost aan vermogens belasting zonder er rente voor terug te vragen en nu als een leugenaar, samenzweerder en fraudeur wordt neergezet. Ik ben woedend. De curator heeft mij nooit benaderd per telefoon of email, even een briefje om contact op te nemen voor al deze zaken gingen lopen, was wel zo netjes geweest. Dan wordt er gelogen door de curator tegen de rechter commissaris dat hij [bestuurder Carlsen] heeft verzocht om de leenovereenkomsten. Ik heb daar geen enkel bewijs van gezien. De handelswijze van deze curator zie ik als gewoon onbeschoft.
Op het voorstel van de advocaat om eens te praten reageert hij wel te willen praten maar dan alleen om te "schikken" maar niet inhoudelijk over de zaak te praten is schokkend, hoe kan iemand zich zo opstellen. Hoe kan iemand op deze manier het leven van een ander zo op zijn kop zetten.
Ik ben nu 60 jaar en wilde over enige jaren gaan genieten van mijn pensioen, deze curator probeert door list en bedrog een zaak tegen mij aan te spannen.
Ik zou graag bij de rechtszaak aanwezig willen zijn om deze man eens persoonlijk te ontmoeten en mijn verhaal aan de rechter te vertellen want de verzinsels van de curator zijn van zo'n allooi dat de rechter hier eens naar moet kijken. Als ik daarvoor als getuige moet verklaren dan doe ik dat graag.'