ECLI:NL:RBROT:2017:7035

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juni 2017
Publicatiedatum
12 september 2017
Zaaknummer
528810 / HA RK 17-519
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid

Op 16 juni 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure. Het wrakingsverzoek was ingediend door [naam verzoeker] op 1 juni 2017, na een eerdere beschikking van de rechters op 31 mei 2017. Deze beschikking was een eindbeslissing, waardoor de behandeling van de zaak door de rechters was geëindigd. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het verzoek tot wraking niet ontvankelijk was, omdat het was ingediend nadat de rechters al een einduitspraak hadden gedaan. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat wraking een middel is om de onpartijdigheid van de rechter te waarborgen, maar dat dit doel niet meer kan worden bereikt als de rechter al een beslissing heeft genomen. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking van de rechters mr. A.J.P. van Essen, mr. M. Fiege en mr. A. Buizer buiten behandeling gesteld op grond van kennelijke niet-ontvankelijkheid. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer voor wrakingszaken en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 528810 / HA RK 17-519
Beslissing van 16 juni 2017
op het verzoek ingediend namens
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats],
hierna [naam verzoeker],
strekkende tot wraking van:
mr. A.J.P. van Essen,
mr. M. Fiegeen
mr. A. Buizer, rechters in de meervoudige kamer voor wrakingszaken in de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).

1.Het procesverloop en de processtukken

De meervoudige kamer voor wrakingszaken in deze rechtbank, van welke kamer de rechters deel uitmaken, heeft op 31 mei 2017 een beschikking gegeven op het in naam van [naam verzoeker] ingediende verzoek tot wraking van rechter mr. C.H. Kemp-Randewijk.
Die wrakingsprocedure draagt als kenmerk 526312 / HA RK 17-380.
Bij brief van 1 juni 2017 heeft een persoon - aangeduid als "[naam van indiener van verzoek]" - namens [naam verzoeker] wraking van de rechters verzocht.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt de beschikking van 31 mei 2017.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van:
  • de brief van de algemeen secretaris aan verzoeker, gedateerd 2 juni 2017 en
  • de brief met bijlage van "[naam van indiener van verzoek]" namens [naam verzoeker] aan de wrakingskamer, gedateerd 9 juni 2017.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2
Op 31 mei 2017 hebben de rechters in de hiervoor omschreven wrakingsprocedure een beschikking gegeven. Die beschikking is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechters is geëindigd.
2.3
Het wrakingsverzoek is op 1 juni 2017 en derhalve na de uitspraak van voormelde beschikking ingediend.
Uit het vorenstaande volgt dat de rechters de zaak niet meer behandelden op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. [naam verzoeker] is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in het namens hem ingediende verzoek tot wraking van de rechters. Het verzoek zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 9.1, laatste volzin, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank buiten behandeling worden gesteld.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het verzoek tot wraking van mr. A.J.P. van Essen, mr. M. Fiege en mr. A. Buizer wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.N. van Zelm van Eldik, voorzitter, mr. F.W. van Lottum en mr. W.J. Roos-van Toor, rechters en door de voorzitter uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 juni 2017 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.
Verzonden op:
aan:
- verzoeker
- mr. A.J.P. van Essen
- mr. M. Fiege
- mr. A. Buizer