Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren;
- een werkstraf voor de duur van 240 uren, te vervangen door 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
Mishandeling;
Mishandeling, begaan tegen zijn echtgenoot;
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Mishandeling, begaan tegen zijn echtgenoot;
Bedreiging met zware mishandeling.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
Geadviseerd wordt aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden en een werkstraf op te leggen. De bijzondere voorwaarden die worden geadviseerd zijn een meldplicht, een ambulante behandeling door polikliniek De Waag of een soortgelijke instelling, een contactverbod met [naam slachtoffer 2] , met uitzondering van de partnergesprekken onder begeleiding van instanties, en de verplichting om toestemming te geven aan Reclassering Nederland om [naam slachtoffer 2] als referent te raadplegen.
Uitdrukkelijk wordt in het reclasseringsrapport uiteengezet dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in meerdere opzichten funest zal zijn, omdat daar meerdere partijen indirect door worden getroffen. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
€ 54,48 geen rechtstreeks verband houdt met de onderhavige strafzaak, zodat dit gedeelte van de vordering niet voor toewijzing vatbaar is. Voor het overige kan de vordering van de benadeelde partij worden toegewezen, nu alle posten genoegzaam zijn onderbouwd.
De officier van justitie verzoekt de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 7.145,93, te verhogen met de wettelijke rente, en voorts aan de verdachte de schadevergoedingsmaatregel op te leggen voor dit bedrag.
€ 4.050,00 stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat die vordering te ingewikkeld is om in deze procedure te behandelen, zodat de benadeelde partij primair niet-ontvankelijk dient te worden verklaard voor dit gedeelte van de vordering. Subsidiair stelt de raadsvrouw dat de vordering op dit punt dient te worden gematigd.
€ 500,00 = ) € 5.032,49, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 mei 2017.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
120 uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
112 urente verrichten taakstraf resteert;
56 dagen;
€ 5.032,49 (zegge: vijfduizendtweeëndertig euro en negenenveertig eurocent), bestaande uit € 4.532,49 aan materiële schade en
€ 500,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 5.032,49(hoofdsom,
zegge: vijfduizendtweeëndertig euro en negenenveertig eurocent);
60 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.